Natuurjournaal 5 februari 2021

Ze hangen er nog steeds, de glanzend rode bessen van de Gelderse roos. Het worden er wel minder langzamerhand. Veel andere soorten bessen zijn zo’n beetje op: lijsterbes, hulst en vogelkers zijn bijvoorbeeld niet meer te zien. Hier en daar zijn nog wel de rode rozenbottels te vinden of de oranje bessen in vuurdoorn en cotoneaster. Dit zijn de laatste bessensoorten die vogels nog kunnen eten. Daarna moet de lente nieuw voedsel aanleveren in de vorm van insecten. Bessen zijn echt wintervoer. Merels en andere lijstersoorten, groenlingen en andere vogels, maar ook zoogdieren als bijvoorbeeld vos en marter (zie ook het natuurjournaal van 25 januari) zijn op zijn tijd aangewezen op de bessen. Als je nog ergens bessen ziet hangen: blijf er een tijdje bij staan kijken (op afstand, dat wel) en zie welke dieren erop afkomen.

Je ziet molshopen eerder dan de mol zelf, want dit dier leidt een verborgen leven. Toch gebeurt er onder de grond van alles. In februari start de paartijd van de mol. Mannetjes leven normaal gesproken alleen, in hun eigen territorium. Nu gaan ze echter actief op zoek naar vrouwtjes. Daarvoor moeten ze hun eigen territorium verlaten. Ze graven lange gangen tot ze een territorium van een vrouwtje hebben gevonden. Haar territorium blijft de hele paartijd in contact staan met het territorium van het mannetje.

Tekst: Mike Hirschler, IVN en Marjolein Mooij, NatureToday.nl
Foto’s: Mike Hirschler, IVN; Mark Zekhuis, Saxifraga