Flinke stappen naar bescherming grote karekiet
Vogelbescherming NederlandDe grote karekiet, ach… die geweldige krasser van het rietland, ooit met werkelijk duizenden paren present in ons land. Daarvoor moeten we wel naar de jaren vijftig – dat is even geleden. Nu huizen er nog geen honderd paartjes in Nederland en staat hij al decennia op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. In de laatste bolwerken – Loosdrecht en de Noordelijke Randmeren – worden daarom op initiatief van Vogelbescherming Nederland grote karekieten al enige jaren onderzocht. Aantal en verspreiding, maar vooral broedsucces, voedsel, leefgebied én, heel belangrijk, het effect van beschermingsmaatregelen zijn er onderwerp van studie. We krijgen hierdoor steeds meer inzicht in wat we moeten doen om een gezonde populatie grote karekieten te behouden voor ons land.
Waterriet
De aantallen grote karekieten nemen vooral af door het verdwijnen van zijn broedhabitat: hoog, stevig water- en ‘stromings’-rietland, hierna waterrietland genoemd. Op veel plaatsen in Nederland is gebrek aan natuurlijke waterpeil – laag in de winter, hoog in de zomer – hiervan een van de oorzaken. Hierdoor breidt riet zich heel slecht uit. In Loosdrecht en in de Randmeren spelen andere problemen. Grauwe ganzen – sterk toegenomen in de laatste veertig jaar – zorgen door hun vraat voor de teloorgang van waterriet. Maar ook het water is minder voedselrijk geworden, waardoor het riet op voedselarme bodems ijler en dunner wordt.
Om waterrietkragen te beschermen zijn diverse maatregelen genomen, zoals het plaatsen van rasters om vraat van watervogels (vooral ganzen) tegen te gaan. In het Vechtplassengebied zijn op 75 tot 80 plekken rietkragen beschermd tegen ganzenvraat, met globaal acht tot tien kilometer raster. In de Randmeren betreft het ongeveer zestig locaties met in totaal 4400 meter. Het werkt: riet achter de rasters loopt in een snelheid van anderhalf tot twee meter per jaar uit. In Loosdrecht is het beschermingsproject inmiddels overgenomen door de Provincie Noord-Holland en in de Randmeren zijn aanvullende maatregelen genomen door Rijkswaterstaat, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Gemeente Dronten. Ook in Reeuwijk wordt de methode al met succes toegepast. Hieruit blijkt dat het initiatief dat Vogelbescherming startte, breed opgepakt wordt.
Bescherming werkt
Sinds 2017 neemt de populatie grote karekieten weer licht toe in de Vechtplassen en de Noordelijke Randmeren. Dit geldt echter voor geheel Nederland, zodat het niet zonder meer duidelijk is dat de maatregelen er de oorzaak voor zijn. Maar positief is dat inmiddels al meer dan 35 procent van de grote karekieten op locaties achter rasters broedt, waar de kwaliteit van de rietkragen verder zal toenemen. Deze paren hebben ook een redelijk tot goed broedsucces wat langzaam maar zeker tot populatiegroei kan leiden. Vanaf 2019 vestigden grote karekieten in Loosdrecht zich ook op nieuwe locaties waar het riet, voordat de rasters geplaatst werden, afgetakeld was. Dit wijst erop dat uitbreiding daadwerkelijk plaatsvindt.
Herstel van populatie hapert
Door de maatregelen neemt het areaal aan waterriet toe, maar het aantalsverloop van de grote karekieten houdt (nog) geen gelijke tred. Zou er dan iets loos zijn met het broedsucces en de vestigingsmogelijkheden? Om die vraag te beantwoorden, is een driejarig onderzoek uitgevoerd in de Loosdrechtse Plassen en de Noordelijke Randmeren. Hieruit blijkt dat de legselgrootte tussen deze gebieden niet verschilt, maar het broedsucces (het aantal uitgevlogen jongen per nest) wél. Dat was in de Noordelijke Randmeren met 2,4 per paar aanmerkelijk beter dan in Loosdrecht met 1,3 jong per paar. Dat verschil komt vooral door het grote verlies van nesten door onbekende predatoren in Loosdrecht, vooral in 2019. Maar ook in niet-gepredeerde nesten bleek dat er veel minder jongen uitvlogen in Loosdrecht dan in de Noordelijke Randmeren. Dit suggereert dat er mogelijk nog iets aan de hand is.
Smalle rietkragen, inferieur leefgebied
Grote karekieten maken hun nest het liefst in brede in diep water gelegen rietkragen, ver van de randen, zowel aan de waterzijde als de landzijde. Wat bleek? De nesten die in rietkragen van minder dan tien meter breed lagen, bleken de minste jongen groot te brengen. Juist nesten in deze smalle rietkragen, veelal ontstaan door begrazing van grauwe ganzen, zijn kwetsbaar. Ze worden sneller gevonden door roofdieren. Maar ze verschaffen wellicht ook veel minder voedsel (insecten) voor de jongen. Hierdoor ontstaat er een inferieur leefgebied voor grote karekieten.
Het is daarom zeer belangrijk om te zorgen dat waterrietland weer in omvang en kwaliteit kan groeien en er meer optimaal leefgebied ontstaat voor grote karekieten. De komende jaren zal het onderzoek hierop gericht blijven, waarbij ook het effect van de rasters op de rietkragen en op het broedsucces van de grote karekieten wordt gevolgd.
Het Actieplan Grote Karekiet is een initiatief van Vogelbescherming Nederland en wordt mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds, de Stichting Zabawas, Ars Donandi, Tringa fonds, Vogelwerkgroep Utrecht, donaties door leden van Vogelbescherming Nederland en kan niet zonder de medewerking van Natuurmonumenten, Plassenschap Loosdrecht, Staatsbosbeheer, Waternet en Rijkswaterstaat.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door Jan van der Winden Ecology, research & consultancy en Sovon Vogelonderzoek Nederland.
Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Jankees Schwiebbe, Birdphoto.nl; Vogelbescherming Nederland