Voorspelkalender 'Kuitschieten van het Koraal' voor Zuid-Caraïben
Carmabi, Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA)Op basis van deze voorspellingen kunnen onderzoekers koraalgameten (geslachtscellen) verzamelen en deze opkweken tot koraallarven. Deze koraallarven worden gebruikt om toekomstige koraalkolonies te cultiveren.
Het paaien of kuitschieten ('spawning') van het koraal is een wonderbaarlijke gebeurtenis waarbij hele koraalkolonies tegelijkertijd gameten (eieren en sperma) vrijgeven in de zee. De tijd van het massale kuitschieten wordt bepaald door de maancyclus, zonsondergangtijd en watertemperatuur. De gameten van één soort bevruchten elkaar en deze bevruchte embryo's nestelen zich na dagen tot weken op de oceaanbodem. Het kunnen bewonderen van een paai-evenement is een unieke kans voor duikers om te genieten van de adembenemende scène terwijl het hele rif wordt overspoeld door een storm van toekomstige koralen.
Elk jaar publiceert Caribbean Research and Management of Biodiversity (CARMABI) op Curaçao een kalender om te voorspellen wanneer elke koraalsoort naar verwachting zal kuitschieten. Tijdens deze periode verzamelen onderzoekers van CARMABI en Reef Restoration Foundation Bonaire (RRFB) gameten om nieuwe koralen te kweken in een laboratorium.
Een van die projecten die gebruik maakt van deze techniek van geslachtelijke voortplanting, die zeer succesvol is geweest, zijn de restauratie-inspanningen van de elandgeweikoralen (Acropora palmata). Historisch gezien was het elandgeweikoraal overal in de ondiepe wateren van het Caribisch gebied te vinden, maar deze soort staat nu op de rode lijst van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) als ernstig bedreigd.
In 2010 startte CARMABI samen met SECORE International een project om de reproductie van deze koralen te bestuderen, wat leidde tot de eerste uitplanting van in laboratorium gekweekte Acropora-koralen in 2011 die snel groeiden en zichzelf 'in het wild' in 2015 voortplantten.
Het grote voordeel van deze restauratiemethode die gebruikmaakt van gameten is dat de kolonies een grote verscheidenheid aan koraallarven met nieuwe genetische combinaties bevatten, waardoor een verscheidenheid aan eigenschappen wordt gecreëerd die koralen in staat stellen zich op verschillende manieren aan te passen aan, of te reageren op de veranderende (verslechterde) omgevingsomstandigheden op de riffen. Dit in tegenstelling tot een andere koraalrestauratiemethode, die gebruikmaakt van ongeslachtelijke voortplanting door middel van het kweken van afgebroken stukjes koraal (fragmentatie), waarmee klonen worden geproduceerd met dezelfde genetische eigenschappen die niet deze selectieve druk hebben ervaren.
De door CARMABI ontwikkelde methodes zijn uitgebreid naar andere koraalsoorten. Op dit moment worden bij CARMABI 12 koraalsoorten die gameten vrijgeven (in tegenstelling tot soorten die interne bevruchting ondergaan en hun nageslacht als larven afgeven) met succes gekweekt. Soortgelijke projecten zijn ook gestart door Reef Renewal Foundation Bonaire.
Er zijn een aantal andere soorten die ook van groot belang zijn, maar waarbij het een grotere uitdaging is om in het laboratorium te kweken. Deze soorten bevatten belangrijke rifopbouwende koralen, die afzonderlijke mannelijke en vrouwelijke kolonies hebben, en vereisen daarom verschillende technieken om hun gameten te verzamelen en te kweken. Voorbeelden van dit soort koralen zijn Montastraea cavernosa en Siderastraea sidereal. Afgelopen jaren heeft CARMABI ook de methoden ontwikkeld om gameten van deze soorten te verzamelen en te kweken; momenteel worden ze allemaal gekweekt in het CARMABI laboratorium op Curaçao.
Meer informatie
- Download hier de voorspelkalender voor het kuitschieten van koralen in de Zuid-Caraïben.
- Blijf op de hoogte van de onderzoeksprojecten op de Nederlands Caribische eilanden via de Dutch Caribbean Nature Alliance’s (DCNA) digitale nieuwsbrief BioNews. Meld je hier gratis aan.
Tekst: Mark Vermeij, Caribbean Research and Management of Biodiversity (CARMABI), Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA)
Foto's: Paul Selvaggio; Mark Vermeij