Vliegende start voor kruidenrijk grasland
Provincie GelderlandKruiden- en faunarijk grasland is grasland met een kruidenrijke begroeiing van bijvoorbeeld margriet, ratelaar en koekoeksbloem. De kruiden zijn niet altijd even bijzonder of zeldzaam, maar kruidenrijke graslanden zijn wel van enorm belang voor insecten.
Resultaat huidig beheer blijft achter
Veel kruidenrijke graslanden liggen op voormalige landbouwgronden. Deze gronden zijn erg fosfaatrijk (sterk bemest). Veel fosfaat zorgt vaak voor een overheersing van algemene soorten en weinig biodiversiteit. Om deze graslanden kruidenrijker te maken, worden ze meestal jaarlijks gemaaid. Door het maaisel vervolgens af te voeren wordt het grasland steeds schraler en krijgen (bijzondere) kruiden een kans.
Helaas zien we dat de kwaliteit op veel plekken achterblijft: omvorming kost tientallen jaren. Er groeit vooral veel gras en daar hebben insecten (en mensen) weinig aan. Zonde bovendien, want we hebben flink geïnvesteerd om deze percelen als natuurgrond aan te kopen.
Kale bodem gewenst?
Waarom de ontwikkeling van dit soort graslanden zo slecht van de grond komt weten we niet, maar er zijn wel aanwijzingen uit eerder onderzoek. Ecologisch adviseur Karl Eichhorn ontdekte in 2014 dat de ontwikkeling naar kruidenrijk grasland in de door hem onderzochte graslanden niet afhankelijk is van het fosfaatgehalte in de bodem of het type en aantal jaren beheer. Wél van belang bleek de voorgeschiedenis van het perceel. Op voormalige (mais)akkers ging de ontwikkeling aanzienlijk sneller dan op voormalige raaigraslanden. De aanname: kruiden kunnen zich veel makkelijker vestigen op kale akkers dan op een dichte grasmat.
Pilot van start
In 2019 vroeg provincie Gelderland Karl Eichhorn om een grootschalige proef te starten. Daarvoor werden met de terreinbeheerders 77 percelen verspreid over de hele provincie geselecteerd. Op de helft van elk perceel werd de grond kaal gemaakt (door frezen, harken of eggen) en kruidenrijk maaisel opgebracht. Op de andere helft werd ter vergelijking het huidige beheer voortgezet.
Hoopgevende resultaten
De verschillen zijn opvallend: binnen een jaar zijn de nieuw-behandelde delen veel kruidenrijker. De resultaten van de faunamonitoring zijn nog niet bekend, maar het is aannemelijk dat ook insecten profiteren van de toegenomen kruidenrijkdom.
De ontwikkeling is te zien op alle percelen, van zand tot klei. Wel hebben bijvoorbeeld geharkte percelen zich minder goed ontwikkeld: mogelijk is de grondbewerking te oppervlakkig. Die grondbewerking lijkt dus ook nu weer essentieel. Daarnaast helpt het juiste maaisel ook: dat is vers maaisel, geoogst op verschillende momenten in het seizoen, van verschillende bronakkers. De 77 percelen geven een goed beeld van wat werkt en wat minder effect heeft. Karl Eichhorn legt alle kennis eind volgend jaar vast in een beheergids.
Naar bloemrijke graslanden in heel Gelderland
De pilot laat zien dat we binnen een jaar kunnen bereiken wat normaal tientallen jaren kost. De pilotpercelen worden nog een paar jaar gevolgd. De vraag is natuurlijk hoe de graslanden er over een jaar of vijf bijstaan: worden ze steeds kruidenrijker of moeten we ze op een gegeven moment opnieuw bewerken? We verwachten dat het aandeel gras de komende seizoenen verder afneemt als de bodem armer wordt, ten gunste van de kruiden. We kijken dan uit op bloemrijke graslanden met veel structuur, vol bijen en vlinders. De provincie heeft de ambitie om de kwaliteit van al dit soort percelen te verbeteren en kijkt op basis van de resultaten hoe ze het best kan opschalen. En 10.000 hectare is heel wat: als we het verder uitrollen kan dit voor insecten echt wat betekenen.
Tekst: Jaap Ex, provincie Gelderland
Foto’s: Karl Eichhorn, Eichhorn Ecologie; provincie Gelderland