Een transatlantisch bezoek: Virginische houtbij duikt op in Bunnik
EIS Kenniscentrum InsectenDe ontdekker vertelt
"Op 10 juni 2020 sta ik rond 10:45 uur in mijn achtertuin in Bunnik (Utrecht). De zon schijnt en het is vrijwel windstil. Ik zie een uitzonderlijk grote bij foerageren op rode spoorbloem (Centranthus ruber), ijzerhard (Verbena bonariensis) en prikneus (Lychnis coronaria). Vanwege de grootte en het zwartglanzende achterlijf moet ik direct aan de blauwzwarte houtbij (Xylocopa violacea) denken. Het borststuk en een deel van het achterlijf zijn echter rossig behaard. Door de zoeker van mijn camera zie ik daarbij dat het uiteinde van de vleugels grijs berookt is. Na een aantal keer afdrukken, vliegt de bij weg in noordelijke richting." Al gauw werd duidelijk dat het hier ging om een vrouwtje van de Virginische houtbij (Xylocopa virginica).
Herkenning van de Virginische houtbij
De Virginische houtbij lijkt wel op de in Nederland inheemse blauwzwarte houtbij. Beide soorten zijn zeer groot (groter dan onze hommels bijvoorbeeld) en hebben een zwart lichaam met blauwe metaalglans. Bij de Virginische houtbij is de rugzijde van het borststuk echter geheel rossig behaard, met uitzondering van een rond, kaal zwart plekje op het midden. Het eerste achterlijfssegment is licht behaard. De vleugels zijn grijs berookt, iets lichter aan de basis met een donkere rand aan het uiteinde van de vleugels. Het achterlijf is zwartglanzend.
De Virginische houtbij (links) is gemakkelijk te onderscheiden van de blauwzwarte houtbij (rechts) door het rossig behaarde borststuk (Bron: Bram ter Keurs (links); Pieter van Breugel (rechts).
In Europa komt geen andere houtbijensoort voor die hierop lijkt. In Azië zijn gelijkende soorten met een geelachtig behaard borststuk, maar die missen de kale middenvlek. In Noord-Amerika kunnen mannetjes verward worden met die van een andere soort (pdf: 1,4 MB), maar de vrouwtjes daarvan missen de gele borststukbeharing.
Houthandel
De Virginische houtbij is afkomstig uit Noord-Amerika. In Noordwest-Europa zijn slechts enkele waarnemingen bekend, waaronder één in Engeland in 1996 en één in West-Vlaanderen in 2015. Aangenomen wordt dat deze dieren worden meegevoerd met hout uit Noord-Amerika. Een kilometer ten zuidoosten van de vindplaats in Bunnik is een houthandel gevestigd die ook hout uit Noord-Amerika importeert. Mogelijk is dit de bron van deze waarneming, maar de herkomst van de eerste Virginische houtbij voor Nederland valt natuurlijk niet met zekerheid te achterhalen.
Tekst: Bram ter Keurs & Menno Reemer, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto's: Bram ter Keurs; Pieter van Breugel