Hoe meten we de kwaliteit van de natuur in Gelderland?
Provincie GelderlandNaast het landelijke Netwerk Ecologische Monitoring zijn er meetnetten voor natuurbeheer, Natura2000 en agrarisch natuurbeheer. In het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) werkt Gelderland met andere overheden samen aan de monitoring van de natuur in Nederland. Er zijn landelijke meetnetten ingericht voor vrijwel alle belangrijke dier- en plantensoorten. De uitvoering van de meetnetten ligt meestal bij soortenorganisaties als Ravon, Sovon, de Vlinderstichting, de Zoogdiervereniging, EIS en Floron. Vrijwilligers doen vaak het veldwerk, zoals het bijhouden waar soorten voorkomen, en hoeveel er zijn. Het Centraal Bureau voor de Statistiek verwerkt de resultaten van de monitoring tot natuurstatistieken. De provincie gebruikt deze statistieken voor haar driejaarlijkse rapportage over de algemene staat van de natuur in Gelderland.
De provincie Gelderland brengt in beeld hoe het gaat met het herstel van stikstofgevoelige de natuur in de Gelderse Natura2000-gebieden. Hierbij speelt dat ontwikkelingen in de natuur niet snel gaan. Bijvoorbeeld als het gaat om de ontwikkeling van habitattypen in Natura2000-gebieden. De resultaten van natuurherstelmaatregelen zorgen pas na tien tot twintig jaar voor een meetbare uitbreiding of kwaliteitsverbetering. Om toch al eerder te weten hoe het gaat in gebieden met stikstofgevoelige natuur, is een apart meetprogramma ingericht. In dit programma worden indicatoren gevolgd die ook op kortere termijn al aangeven of de gewenste ontwikkeling in gang is gezet. Daar horen ook jaarlijkse veldbezoeken aan de Gelderse Natura-2000 gebieden bij. Ecologen kijken dan hoe stikstofgevoelige natuur zoals vennen, droge heiden of een blauwgraslanden zich ontwikkelen.
De provincie verleent subsidie voor het beheer van de Gelderse natuur. Beheerders en provincie Gelderland volgen gezamenlijk de ontwikkelingen in de natuur in deze gebieden. Binnen de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL) is hiervoor een landelijke monitoringssystematiek opgesteld. Alle beheerders gebruiken nu dezelfde indeling van natuurtypen en meten op dezelfde wijze. Dit maakt het mogelijk de monitoringsgegevens van verschillende beheerders en gebieden in samenhang te gebruiken voor rapportages. In 2013 is er een start gemaakt met de SNL-monitoring.
Voor de natuurmonitoring onder verantwoordelijkheid van de provincie geldt dat deze nog jong is: voor de meeste meetnetten geldt dat nog maar één veldmeetronde is gedaan. In deze ‘nul-meting’ is vastgelegd hoe de natuur er nu bij staat. De gegevens zijn vastgelegd, maar de wijze waarop Gelderland hierover gaat rapporteren is nog in ontwikkeling. Pas na de volgende meetronde kan over een ontwikkeling gerapporteerd worden, en naarmate er meer meetronden zijn geweest ontstaat er een steeds beter beeld. In 2018 heeft de provincie gerapporteerd over Hoe het met de Gelderse natuur gaat (4,0 MB).
De verzamelde gegevens worden samengebracht in nationale databanken zoals de Nationale Databank Flora en Fauna, de Nationale Databank Vegetatie en Habitats, en de Basisregistratie Ondergrond. Gelderland draagt bij aan de (door)ontwikkeling van deze databanken. Meer informatie over hoe provincie Gelderland precies omgaat met natuurmonitoring vindt u op onze website.
Tekst: Jaap Ex, provincie Gelderland
Foto's: Bas Klaver