Lotgenoten van de koala en de kangoeroe
WWF NederlandDieren die alleen in Australië in het wild voorkomen en nu nog meer gevaar lopen uit te sterven, zoals de geschubde lelhoningeter, de bergdwergbuidelmuis, de smalvoetbuidelmuis, de raafkaketoe en de rotskangoeroe.
Help zelf mee de leefgebieden van deze dieren te herstellen!
Geschubde lelhoningeter
Dit is een zangvogel, zo groot als een spreeuw, met zwart en geel verenkleed. De verspreiding van deze vogel is de afgelopen dertig jaar erg afgenomen. Hij leeft nu alleen nog in de open bossen van Zuidwest-Australië, voornamelijk van nectar. Een klein maar onmisbaar deel van zijn dieet bestaat uit insecten: de jongen worden hiermee grootgebracht. Het broedseizoen loopt samen met de bloeiperiode van de eucalyptus en maretak waarop de volwassen vogels foerageren.
De vogel was al ernstig bedreigd: de totale populatie bestaat uit 350 tot 400 individuen en neemt af. Doordat de bossen waar deze vogels leven op relatief vruchtbare grond staan, worden deze vaak gebruikt voor landbouw. Verdroging is een probleem doordat de soort alleen nestelt als er in de nabijheid open water beschikbaar is. Als zijn favoriete voedselbomen verdwijnen door de bosbranden, kan deze soort niet overleven.
Bergdwergbuidelmuis
Dit diertje doet qua uiterlijk denken aan onze huismuis maar dan gedrongen, met een stompere snuit en een buidel. Zijn vacht is grijs en op de buik wit. Hij leeft in de bergen (op 1400 tot 2200 meter), veelal boven de boomgrens in rotsachtig terrein. Er zijn maar drie geïsoleerde subpopulaties in Zuidwest-Australië.
Insecten vormen een belangrijke voedselbron en dan vooral de bogong-motten. Verder eet hij vruchten, zaden en nectar. Bergdwergbuidelmuizen zijn 's nachts actief en houden een winterslaap van ongeveer een half jaar. Vanwege de lange winterstop hebben ze maar één keer per jaar jongen.
Er waren al minder dan honderd beestjes en daarmee was hij voor de branden al ernstig bedreigd. Dit komt door de aanleg van skigebieden, verstoring van winterslaap door wintersport, verandering in sneeuw door klimaatverandering en vossen en verwilderde katten. En hoewel de soort grotendeels boven de boomgrens leeft, komen ook daar branden voor. In 2003 is al een groot deel van het leefgebied door brand verwoest. Wetenschappers vrezen dat de soort na de huidige vuurstormen is uitgestorven.
Kangaroo Island smalvoetbuidelmuis
Er zijn 21 soorten smalvoetbuidelmuizen, waaronder die van Kangaroo Island. Hij lijkt op een huismuis, inclusief de dunne staart en spitse snuit, maar heeft een buidel. Het beestje komt uitsluitend voor in open bos en struikgewas op het westelijk deel van Kangaroo Island bij Australië. Hij jaagt vooral 's nachts op mieren, kevers, spinnen en schorpioenen.
De smalvoetbuidelmuis van Kangaroo Island is ernstig bedreigd. Het totale aantal werd geschat op minder dan vijfhonderd individuen, door vernietiging van leefgebied en jacht van verwilderde katten. Natuurbranden vormen nu de belangrijkste bedreiging. Opmerkelijk is dat de soort nooit is aangetroffen in gebieden waar korter dan elf jaar geleden brand heeft gewoed. Dat kan betekenen dat de diertjes lang na de brand nog niet kunnen leven in het gebied. De huidige grote branden doen het ergste vrezen voor deze soort.
De buidelmuis op de foto is de dikstaartsmalvoetbuidelmuis van het vasteland; er was geen foto van de muis van Kangaroo Island beschikbaar.
Kangaroo Island bruine raafkaketoe
De bruine raafkaketoe is een Australische papegaaiachtige met drie ondersoorten, waaronder deze die alleen op Kangaroo Island voorkomt. Hij is ongeveer vijftig centimeter lang. Het verenkleed van het mannetje is zwartbruin met een opvallende, rode band op de staartveren, het vrouwtje is donkerbruin met verspreide gele vlekken. Deze kaketoe leeft alleen in de noordelijke en westelijke kustgebieden van Kangaroo Island voor de zuidkust van Australië in boomrijke gebieden en broedt liefst in boomholtes. Hij voedt zich bijna uitsluitend met zaden van de boom Allocasuarina verticillata.
Door zijn beperkte verspreiding is deze ondersoort zeer kwetsbaar. Vóór de branden werd de totale populatie geschat op nog geen honderd exemplaren, waardoor het gevaar van inteelt op de loer ligt. Het tekort aan nestplaatsen is een beperkende factor. Voor brand werd al lang gevreesd. Vooral de vernietiging van de belangrijkste nest- en voedselboom (Allocasuarina verticillata) kan de ondersoort een zware klap toebrengen.
Kwaststaartrots-kangoeroe
Deze kleine kangoeroe (tot acht kilo) is één van de vijftien soorten rotskangoeroes (rock wallaby’s). Hij heeft een behaarde staart met aan het eind een bossige pluim en kenmerkende witte wangen. De rotskangoeroe kan goed klimmen, zowel tegen rotsen als in bomen. Hij komt voor in rotsachtige gebieden, savannes en bossen. De verspreiding is in de loop van jaren versnipperd. Hij is een echte vegetariër en eet alleen grassen, varens, bladeren van struiken en bomen en vruchten.
Deze wallaby staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’ met in totaal rond de twintigduizend exemplaren, en dat aantal neemt af. Op sommige plekken is deze soort al verdwenen, in het verleden door jacht, later vooral door afname van zijn leefgebied. Doordat populaties geïsoleerd raken, dreigt inteelt. Door de hevige branden van de laatste maanden gaat de plantengroei verloren en dreigt voedseltekort.
Tekst: Sabine Bos, Wereld Natuur Fonds
Foto: Roland Seitre, naturepl.com (leadfoto: dikstaartsmalvoetbuidelmuis)