Hyalomma teek marginatum

Maak kennis met de hyalommateek, de reuzenteek

Wageningen University
16-JUN-2019 - De vondst van enkele hyalommateken niet zo ver van Nederland maakte heel wat los. In dit natuurbericht een nadere kennismaking met deze reuzenteek op basis van informatie afkomstig van het European Center for Disease Prevention and Control. Waar komt hij nu voor en mogelijk in de toekomst bij een veranderend klimaat? Hoe jaagt hij? Op welke gastheren? Wat is de rol van trekvogels?

De hyalommateek is wijd verspreid over Noord-Afrika en Azië. In Europa komt hij voor in Zuid- en Oost-Europa. Het kaartje geeft de gebieden aan waar de teek zich gevestigd heeft (rood) en waar hij geïntroduceerd is (oranje). De nieuwe vondsten in Duitsland staan nog niet op de kaart. Incidentele waarnemingen van de hyalommateek op geïmporteerde dieren, op mensen en op trekvogels zijn gemeld in Duitsland, Hongarije, Rusland, Finland en het Verenigd Koninkrijk. Ook blijkt in 2012 in Nederland een hyalommateek te zijn aangetroffen in Limburg.

Huidige verspreiding van de hyalommateek in Europa (januari 2019)

Mogelijke toekomstige verspreiding

Ectoparasieten zoals teken zijn niet zelf in staat om grote afstanden af te leggen. Ze kunnen echter over grote afstanden worden vervoerd door hun gewervelde gastheren, met name trekvogels en hoefdieren. Vooral de import van vee uit gebieden waar de hyalommateek voorkomt, brengt een risico met zich mee. Het is niet ongebruikelijk dat er tot 100 hyalommateken op één dier worden aangetroffen. Een onderzoek naar de aanwezigheid van teken op trekvogels in Groot-Brittannië toonde aan dat 21% van de aangetroffen teken een hyalommateek was. De vogelsoorten waar het vaakst hyalommateken op aangetroffen werden zijn de tapuit (Oenanthe oenanthe) en de grasmus (Sylvia communis). Op elke positief bevonden vogel werden 2 tot 5 nimfen aangetroffen. Enkele exemplaren van hyalommanimfen werden ook aangetroffen op de rietzanger (Acrocephalus schoenobaenus) en de gekraagde roodstaart (Phoenicurus phoenicurus).

Bij populaties in Oost-Europa en de Kaukasus lijken de minimumtemperaturen in de late herfst bepalend voor de overleving. De lage temperaturen in de late herfst dwingen volgezogen nimfen tot overwintering, met daaropvolgend een hoog sterftecijfer. In de regio's waar ze op dit moment leven, zorgen warmere omstandigheden in de herfst echter voor de vervelling van nimfen naar volwassenen, waardoor de sterfte afneemt en een geleidelijke verspreiding in geschikte aangrenzende gebieden mogelijk wordt. Modellen die het effect van klimaatverandering op de verspreiding van de hyalommateek berekenen geven aan dat de volgende regio’s gekoloniseerd kunnen gaan worden: Italië (ten zuiden van de Alpen), de Balkan, Roemenië, Oekraïne, Moldavië, grote delen van Zuid-Rusland en delen van Duitsland en Nederland.

Levenscyclus

Teken hebben vier stadia: ei, larf, nimf en volwassen individu. De larfjes van de hyalommateek vervellen op de gastheer waar ze bloed gegeten hebben en drinken daar vervolgens ook als nimf bloed. De volwassen teken voeden zich met het bloed van een andere gastheer. Alle stadia zijn het meest actief in de zomermaanden. De onvolwassen teken zijn actief tussen juni en oktober met piekaantallen in juli en augustus. Nadat ze volgezogen zijn, laten de nimfen zich vroeg in de zomer los om zich te vervellen naar een volwassen teek die overwintert. Degene die zich pas laat in het jaar voeden laten zich in september of oktober vallen en overwinteren als nimf. De eerste situatie komt vaker voor.

Volwassen hyalommateken worden actief in de lente als de gemiddelde maandelijkse temperatuur 10,5°C bereikt. In Nederland is de gemiddelde apriltemperatuur gestegen van 8,7 naar 10,0°C. De gemiddelde meitemperatuur is gestegen van 12,2 naar 13,7°C. De volwassen teken gaan actief op zoek naar een gastheer als de temperatuur tussen de 22 en 27°C is en de luchtvochtigheid 75 tot 100% is. Wanneer de luchttemperatuur boven de 30°C stijgt, verbergen of begraven de teken zich in de grond. Mannetjes en vrouwtjes paren op de gastheer. Het mannetje paart met vele vrouwtjes gedurende meerdere weken. Volgezogen vrouwtjes laten zich van de gastheer vallen en leggen tot zevenduizend eitjes in de grond waarna ze sterven. De larfjes komen na twintig tot veertig dagen uit het ei.

Overwinteren

Volgezogen nimfen en niet-volgezogen volwassenen zijn in staat te overwinteren. De kans op sterfte van volgezogen nimfen is echter hoger dan voor overwinterende volwassen teken. Populaties kunnen overleven bij temperaturen tot -20°C in Rusland. Als de temperatuur daar onder komt crasht de populatie.

Zoeken van een gastheer

Onze schapenteek of hondenteek (Ixodes ricinus) wacht passief op een passerende gastheer op een verhoogde locatie in de vegetatie. Hyalomma gaat actief op zoek naar gastheren. De volwassen hyalommateek heeft een voorkeur voor grote dieren. Volwassen Hyalomma verstoppen zich op de grond en rennen actief naar een gastheer wanneer ze bepaalde signalen waarnemen, waaronder trillingen, visuele signalen, koolstofdioxide, ammoniak of lichaamstemperatuur. Ze kunnen de gastheer visueel herkennen van drie tot negen meter. Volwassen teken kunnen de gastheer tien minuten of langer volgen en gedurende die tijd lopen ze een afstand van maximaal honderd meter.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren. 
Een jagende hyalommateek (Bron: Shrikant Kelkar)

De onvolwassen stadia hebben een voorkeur voor kleine zoogdieren (haasachtigen en insecteneters, waaronder de spitsmuis) en op de grond foeragerende vogels, vooral in de orde zangvogels (leeuweriken en kraaiachtigen) en hoendervogels (fazantachtigen). Ze houden niet van knaagdieren. De onvolwassen dieren voeden zich twee tot drie weken, met een rustperiode van drie weken tot enkele maanden als ze overwinteren. 

Bij vogels en kleine wilde zoogdieren komen hyalommateken samen rond het hoofd, met name in en rond de oren. Op hazen hechten larven zich eerst aan de randen van de oren en na de vervelling naar nimfen verplaatsen ze zich naar het gezicht, nek en rond de ogen. De volwassen teken worden vooral gevonden op vee en andere hoefdieren zoals paarden, schapen, geiten, kamelen, herten en everzwijnen. Ze voeden zich gedurende één tot twee weken waarna er op de gastheer gepaard wordt.

Habitat

Hyalommateken geven de voorkeur aan het mediterrane klimaat van Noord-Afrika en Zuid-Europa met lage tot matige niveaus van vochtigheid en een lang droog seizoen tijdens de zomermaanden. Zowel onvolwassen als volwassen stadia worden kenmerkend gevonden in steppe, savanne en struikachtige vegetaties. Ze zijn afwezig in Europese bladverliezende en gemengde bossen waar hoofdzakelijk de schapenteek en de ook oprukkende dermacentorteek (Dermacentor marginatus) voorkomen.

Krim-Congokoorts

De hyalommateek wordt beschouwd als de belangrijkste vector van het virale hemorragische koorts - Krim-Congokoorts. Het Krim-Congokoortsvirus wordt beschouwd als een opkomende ziekteverwekker in Europa en de verspreiding van bekende teekvectorsoorten overschrijdt op dit moment ver die van het virus. De seizoensgebondenheid van gevallen bij de mens komt overeen met de periode van de belangrijkste tekenactiviteit (lente tot zomer). Het risico dat trekvogels het virus via teken invoeren, is naar verwachting zeer laag. In het laatste decennium werd het het Krim-Congovirus erkend als een groeiend probleem in Eurazië, waardoor verscheidene Oost-Europese landen (Albanië, Bulgarije, Kosovo en Rusland) werden getroffen, inclusief de opkomst van klinische gevallen bij de mens in Turkije (2002), Griekenland (2008), Georgië (2009) en meest recent in 2010, India. Er is ook bewijs voor viruscirculatie in Hongarije, Portugal en meest recent Roemenië. Het Krim-Congovirus werd rechtstreeks aangetroffen in hyalommateken verzameld in Turkije, Bulgarije en Spanje.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.
Interview Telegraaf over de hyalommateek op 13 juni 2019 (Bron: Telegraaf)

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.
Item op de Duitse TV over hoe gevaarlijk de hyalommateek is (Bron: NDR) 

Risico op tekenbeten

De kans dat je een hyalommateek aantreft in Nederland is momenteel minimaal. Toch is het belangrijk om na elk bezoek aan het groen een tekencheck te doen vanwege de schapenteek. In juni en juli worden de meeste mensen door teken gebeten. Zie Tekenradar.nl voor meer informatie over teken en de ziekte van Lyme en het doorgeven van tekenbeten of meldingen van de ziekte van Lyme.

Screenshot van Tekenradar.nl op 15 juni 2019. De groene bolletjes zijn meldingen van tekenbeten in de afgelopen 7 dagen. De andere kleuren geven waarnemingen van de ziekte van Lyme of koorts na een tekenbeet weer

Tekst: Arnold van Vliet, Wageningen University op basis van teksten van het European Center for Disease Prevention and Control (ECDC)
Foto's: Adam Cuerden (leadfoto: hyalommateek); Tekenradar.nl
Kaart: ECDC
Films: Shrikant Kelkar; Telegraaf; NDR