Gelderland heeft plan van aanpak invasieve exoten
Provincie GelderlandIn dit plan van aanpak geven de Gedeputeerde Staten (GS) van Gelderland aan hoe zij invulling aan deze nieuwe verantwoordelijkheid geven. GS zullen opdracht verlenen om invasieve exoten die zich nieuw vestigen of nog een beperkte verspreiding kennen volledig uit te roeien. Invasieve exoten die al wijd verspreid zijn, kunnen niet meer worden uitgeroeid. Maatregelen die verdere verspreiding kunnen voorkomen, of die lokaal een soort op geïsoleerde plaatsen uitroeien zijn nog wel zinvol. GS gaan daarom een regeling opstellen om beheerders van natuurterreinen te subsidiëren bij het treffen van bestrijdingsmaatregelen tegen deze soorten. Daarnaast zullen gemeenten en waterschappen in de toekomst subsidie kunnen krijgen om regionale bestrijdingsplannen op te stellen. GS zullen ook investeren in communicatie en bewustwording. Immers, veel exoten worden ook verspreid doordat mensen al te gemakkelijk planten en dieren aanschaffen en weer wegdoen.
Momenteel 37 soorten op de Unielijst
In toenemende mate krijgen we te maken met planten- en diersoorten die hier van nature niet thuishoren. Een aantal van deze soorten blijkt zich hier in het wild te kunnen vestigen en voor problemen te zorgen. Het gaat dan met name om soorten die zich snel vermenigvuldigen en verspreiden. In dat geval spreken we van invasieve exoten. Zij kunnen landbouwschade veroorzaken, gebouwen of andere constructies aantasten, ziektes overbrengen, de doorstroming van watergangen belemmeren of de erosiebestendigheid van dijken ondermijnen. Ook kunnen ze inheemse soorten verdringen of de omgeving voor deze soorten ongeschikt maken. Daarmee vormen deze invasieve exoten een gevaar voor onze biodiversiteit. Dit gevaar is op Europees niveau als een gezamenlijk probleem onderkend. Om de verspreiding van invasieve exoten een halt toe te roepen is er een EU-verordening tot stand gekomen die de lidstaten verplicht om maatregelen te treffen voor soorten die zijn aangewezen op de zogenoemde Unielijst. Voor de 37 soorten die op dit moment op de Unielijst staan is het Masterplan uitroeiing en beheersing Unielijstsoorten opgesteld. Dit plan is door het Rijk aan de provincies aangeboden en vormt de basis voor deze provinciale uitwerking. De Unielijst zal regelmatig met nieuwe soorten worden uitgebreid. In 2017 zijn reeds 12 nieuwe soorten door de EU aangewezen. Dat betekent dat het Masterplan zal worden uitgebreid.
Het Rijk is verantwoordelijk voor de naleving van de verboden uit de Europese verordening. Denk daarbij aan het instellen van handels- en bezitsverboden en het uitvoeren van grenscontroles door de douane. Ook blijft het Rijk, vanwege het visserijbelang, verantwoordelijk voor de aanpak van de wolhandkrab en de uitheemse rivierkreeften. De waterschappen zijn al verantwoordelijk voor de aanpak van de beverrat conform de Waterwet en blijven dat ook. De provincies zijn verantwoordelijk voor de overige soorten van de Europese Unielijst.
Prioriteit
Het Gelderse plan van aanpak gaat verder. De provincie heeft in overleg met gemeenten, waterschappen, terreinbeheerders, weg- en spoorwegbeheerders, agrarische natuurverenigingen, Stichting Landschapsbeheer Gelderland en de Faunabeheereenheid Gelderland onderzocht voor welke soorten nog meer maatregelen getroffen moeten worden. Uit deze inventarisatie komt nog een flinke lijst: Amerikaanse vogelkers, watercrassula, Aziatische duizendknopen, Canadese en late guldenroede, hemelboom, Amerikaanse nerts, Canadese gans, zonnebaars, Amerikaanse trosbosbes, Italiaanse kamsalamander, ambrosia, uitheemse grondels. Het plan van aanpak gaat ook over deze soorten.
Maar de belangrijkste vraag is: welke maatregelen kunnen we nog treffen voor wijdverbreide soorten die niet meer kunnen worden uitgeroeid?
De provincie ziet hier de volgende mogelijkheden. Deze soorten kunnen lokaal worden bestreden en verdere verspreiding moet worden voorkomen. De prioriteit ligt bij gebieden waar invasieve exoten een bedreiging vormen voor de biodiversiteit en waarvoor de provincie een verantwoordelijkheid draagt, namelijk de Natura 2000-gebieden en het Gelders Natuurnetwerk. Daarbij is uitgangspunt dat de eigenaar of beheerder verantwoordelijk is voor zijn beheergebied. Naast natuurterreinen gaat het vooral om bermen en watergangen.
Samenwerking cruciaal
Er is een grote behoefte aan meer samenwerking tussen verschillende organisaties en overheden op regionaal niveau. Bestrijding van invasieve soorten helpt alleen als de buren meewerken, zo veel mogelijk op dezelfde manier en met hetzelfde doel. Grote stappen kunnen gemaakt worden als aannemers, grondverwerkings- of hoveniersbedrijven gaan werken met een protocol om de verspreiding van met name de Aziatische duizendknopen tegen te gaan en als daarnaast opdrachtgevers een convenant ondertekenen waarin is afgesproken dit protocol op te laten nemen in bestekken voor grond- en maaiwerkzaamheden.
Voor sommige soorten zijn maatregelen moeilijk uitvoerbaar en kan publieksvoorlichting bijdragen aan het verkleinen van de problematiek, denk hierbij aan het in de natuur loslaten van vissen en schildpadden. Communicatie en kennis delen zal voor deze, maar ook voor alle overige invasieve exoten ingezet gaan worden om de bewustwording te vergroten.
Voor veel soorten zijn niet of nauwelijks effectieve en betaalbare bestrijdingsmaatregelen voorhanden. Daarom is verdere kennisontwikkeling en kennisverspreiding over de bestrijding en/of beheersing van invasieve exoten noodzakelijk. De behoefte zal op provinciaal niveau geïnventariseerd worden, maar moet landelijk worden opgepakt door IPO/Bij12 in samenspraak met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Indien nodig zal de provincie hieraan een financiële bijdrage leveren.
Tekst: Willem Drok, Provincie Gelderland
Foto’s: Jan van Straaten (leadfoto: Perzische Berenklauw (Heracleum mantegazzianum)); Mark Zekhuis, Saxifraga; Marc van de Loo