Drie methoden voor bestrijding van invasieve rivierkreeften getest in amfibiepoelen
Bureau Natuurbalans-Limes Divergens, Stichting BargerveenHet onderzoek werd uitgevoerd van 2019 tot 2024. Het richtte zich op de Californische rivierkreeft (Pacifastacus leniusculus) en de rode Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus clarkii). Het onderzoek is uitgevoerd in het Noord-Brabantse stroomgebied van de Oude Leij, dat loopt door het natuurgebied de Kaaistoep en de Dongevallei in het stadsdeel Reeshof in Tilburg.
Bedreiging van biodiversiteit
De Kaaistoep herbergt een rijke biodiversiteit, waaronder beschermde amfibieën zoals de boomkikker (Hyla arborea), de kamsalamander (Triturus cristatus) en de knoflookpad (Pelobates fuscus). Rivierkreeften bedreigen deze amfibieën zowel door direct predatie van eieren en larven, als door verstoring van de waterkwaliteit via graafactiviteit en vraat aan waterplanten. Het doel van dit onderzoek was om effectieve bestrijdingsmethoden te identificeren om de invasieve kreeften te reduceren en de amfibieën te beschermen. Het effectief bestrijden van deze exoten is een uitdaging. Alternatieve methoden anders dan wegvangen waren ten tijde van de start van dit onderzoek nog beperkt onderzocht.
Drie bestrijdingsmethodes
In dit onderzoek zijn drie bestrijdingsmethodes tegen rivierkreeften in geïsoleerde poelen getest: droogpompen, uitzet van paling in combinatie met wegvangen, en enkel wegvangen. In alle poelen werd ieder jaar in het voor- en najaar een week intensief op de rivierkreeften gevist met beaasde fuiken, om zoveel mogelijk dieren weg te vangen. Aanvullend zijn twee poelen in 2019 eenmalig drooggepompt waarbij alle zichtbaar aanwezige rivierkreeften zijn verwijderd. In 2019 is in vier andere poelen de inheemse predator paling (Anguilla anguilla) uitgezet. De reden van de keuze voor paling was dat deze soort zich niet in amfibiewateren voortplant, waardoor ze niet gaat woekeren en zelf een bedreiging voor amfibieën kan gaan vormen. Dit in tegenstelling tot andere predatoren van rivierkreeften zoals baars (Perca fluviatilis) of snoek (Esox lucius).
Omslag in soorten
Voor de aanvang van het project, begin 2019 (tijdens het selecteren van de poelen voor het onderzoek), was bekend dat de Californische rivierkreeft wijdverspreid en in grote getalen voorkwam in het onderzoeksgebied. De verwachting was dat deze soort nog verder uit zou breiden en snel zou toenemen in aantal. De rode Amerikaanse rivierkreeft was op dat moment in het studiegebied nog maar in één poel aanwezig. Bij aanvang van het bestrijdingsonderzoek (gedurende de eerste wegvangronde in het najaar van 2019) bleek de verspreiding van de rode Amerikaanse rivierkreeft al verder te zijn gevorderd. De soort werd toen aangetroffen in drie van de acht poelen, terwijl de Californische rivierkreeft nog maar in zes poelen werd gevangen.
De vangst van de Californische rivierkreeft nam na 2019 erg snel af, vanaf 2022 werden de dieren zelfs alleen nog maar sporadisch gevangen. Daarentegen nam de populatie rode Amerikaanse rivierkreeften (ondanks de bestrijdingsinspanningen) over de jaren toe. Het is onwaarschijnlijk dat deze enorme daling van Californische rivierkreeften volledig te danken is aan de verschillende onderzochte bestrijdingsmethodes. Het is aannemelijker dat de rode Amerikaanse rivierkreeft ervoor heeft gezorgd dat de Californische rivierkreeft uit het studiegebied is verdwenen. Competitie lijkt niet de reden te zijn, aangezien bekend is dat de soorten samen kunnen voortbestaan. De Californische rivierkreeft en de rode Amerikaanse rivierkreeft zijn beide van Noord-Amerikaanse afkomst en in potentie beiden dragers van de kreeftenpest (Aphanomyces astaci). Bij de Californische rivierkreeft blijkt dat ze ook aanzienlijk vatbaar voor deze ziekte zijn, als onbesmette populaties in aanraking komen met de kreeftenpest. De rode Amerikaanse rivierkreeft, die tot een andere familie behoort, kan de kreeftenpest met zich mee hebben gebracht aangezien deze soort pas later de onderzochte poelen koloniseerde. Het is waarschijnlijk dat de Californische rivierkreeft vervolgens door de kreeftenpest sterk in aantal is afgenomen. Dit maakt het echter lastig om de effectiviteit van de verschillende bestrijdingsmethodes te beoordelen voor de Californische rivierkreeft.
Effecten van de verschillende bestrijdingsmethodes op de kreeftenpopulaties
De resultaten laten zien dat verschillende bestrijdingsmethoden uiteenlopende effecten hebben op de populaties van de rode Amerikaanse en Californische rivierkreeft. Opvallend is dat de Californische rivierkreeft sinds de intensieve vangacties vrijwel volledig uit de poelen is verdwenen, terwijl de populaties van de rode Amerikaanse rivierkreeft zijn toegenomen.
De vangstintensiteit met fuiken bleek onvoldoende om de rode Amerikaanse rivierkreeft effectief te onderdrukken. Het droogpompen van poelen had een beperkt effect, waarschijnlijk door de aanwezigheid van diepe oeverholen en aanwezige sliblaag waarin de rode Amerikaanse rivierkreeften wegkropen zodra het water begon te dalen. Het uitzetten van paling bleek de meest effectieve bestrijdingsmethode, aangezien de aantallen rode Amerikaanse rivierkreeften in de poelen met paling lager waren (en minder snel toenamen) dan in de droog gepompte poelen en de controlepoelen waar alleen gevangen werd. De uitgezette paling heeft vermoedelijk de populatiegroei van de rode Amerikaanse rivierkreeften beperkt door predatie. Een opvallend bijkomend resultaat van de palingbehandeling was dat de palingen zich vooral lijken te richten op de kleinere rivierkreeften bij predatie, waarmee de grotere individuen achterblijven. Doordat de palingen vooral de kleinere (jonge) dieren eten houden ze de verjonging van de rivierkreeftpopulaties deels tegen. Dit suggereert dat de palingen effectief kunnen bijdragen aan het beperkt houden van de groei van rivierkreeftpopulaties door predatie.
Effecten op amfibieën
De aanwezigheid van invasieve rivierkreeften had duidelijk negatieve effecten op de amfibieën in de onderzochte poelen. Bij minder rivierkreeften werden meer larven van boomkikker, bruine kikker (Rana temporaria), gewone pad (Bufo bufo) en kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris) waargenomen. Ook zagen we in twee poelen kamsalamander terugkeren na een flinke reductie van rivierkreeften. In de poelen met de hoogste natuurwaardes (in de Kaaistoep) was er over tijd een stijging van de amfibieënpopulaties, ondanks de toename van de rode Amerikaanse rivierkreeften, wat suggereert dat de bestrijdingsmaatregelen betere condities voor de amfibieën hebben geboden omdat ze in aantal toenamen. In de poelen gelegen in het stedelijke deel van het onderzoeksgebied, waar de invloed van rivierkreeften sterker was, werden over het algemeen dramatische afnamen in amfibiepopulaties waargenomen.
De resultaten benadrukken de negatieve invloed van rivierkreeften op amfibieën, waarbij een verminderde beschikbaarheid van geschikte voortplantingshabitats (door de vernietiging van waterplanten) en verhoogde predatie de grootste bedreigingen vormden. Soorten zoals de boomkikker, die hoge eisen stellen aan hun voortplantingsomgeving, vertoonden tekenen van herstel toen de kreeftenpopulaties afnamen.
Hoe nu verder?
Hoewel geen van de onderzochte bestrijdingsmethoden geschikt bleek om de rode Amerikaanse rivierkreeft volledig te elimineren in de poelen, heeft het uitzetten van paling de grootste effectiviteit getoond in het remmen van de populatiegroei van deze invasieve rivierkreeft. De combinatie van deze methoden met habitatverbeteringen om minder habitatgelegenheid voor rivierkreeften te bieden maar meer voor amfibieën, samen met het implementeren van fysieke barrières om de verspreiding van rivierkreeften te beperken, zal waarschijnlijk verder bijdragen aan de bescherming van amfibieën en het herstel van de amfibiepoelen.
De resultaten van dit onderzoek geven nieuwe inzichten in de complexe interacties tussen invasieve rivierkreeften en amfibieën in hun gemeenschappelijke leefgebied. Langetermijn-monitoring en verder onderzoek naar gecombineerde beheersingsmaatregelen zijn noodzakelijk om duurzame oplossingen te vinden voor het beheer van invasieve rivierkreeften in kwetsbare geïsoleerde zoetwaterecosystemen.
Meer informatie
- Voor meer informatie en de rapportage kunt u contact opnemen met Laura van Veenhuisen.
- Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door de Provincie Noord-Brabant, Waterschap Brabantse Delta en de Gemeente Tilburg.
- Met dank aan TWM Gronden B.V. en Brabants Landschap
Tekst: Laura van Veenhuisen, Stichting Bargerveen & Pim Lemmers, Natuurbalans-Limes Divergens
Foto's: Pim Lemmers (leadfoto: Californische rivierkreeft)