Zuidenwind brengt zadellibellen
De VlinderstichtingDe zadellibel vliegt in tropisch Afrika en Azië het hele jaar door en zwervers kunnen daarom in principe ook jaarrond in Europa verwacht worden. Het zijn uitstekende vliegers die, net als andere glazenmakers, lange jachtvluchten maken op beschutte plekken (bijvoorbeeld bosranden). Zadellibellen zijn zeer mobiel en zijn in staat om grote afstanden af te leggen. In sommige jaren vindt er een influx plaats vanuit tropisch Afrika richting Europa. De soort wordt hierbij waarschijnlijk geholpen door stormen waarmee bijvoorbeeld ook wel eens Saharazand in Nederland terecht komt. Het is bijvoorbeeld ook een van de weinige libellensoorten die ooit op IJsland zijn waargenomen.
De zadellibel, een soort van ondiepe poelen, plassen en vennen, is aangepast aan voortplanting in zeer warme streken, waar voortplantingswater vaak slechts korte tijd beschikbaar is. Het larvenstadium kan daardoor onder gunstige omstandigheden al binnen drie maanden worden voltooid. Na het uitsluipen vliegen zadellibellen vrijwel direct weg uit het voortplantingsgebied. Succesvolle voortplanting is in Nederland nog niet aangetoond, maar zou incidenteel wel kunnen plaatsvinden.
Vorige week was er een aanhoudende zuidelijke stroming en vanaf 10 oktober zijn er meldingen van zadellibellen uit Nederland. De eerste werd gezien door Paul Schrijvershof in Hoek van Holland. Op 12 oktober volgde een melding van de Markerwadden, een spiksplinternieuw natuurgebied in het IJsselmeer. Op 13 oktober werden zadellibellen gezien bij de Zeelandbrug, bij Noordwijkerhout en op Schiermonnikoog en Texel. Op Texel werd de zadellibel een echte beroemdheid die door vele tientallen mensen werd getwitcht. Ook de erop volgende dagen was de soort daar aanwezig en konden veel mensen hem op hun lijstje bijschrijven. Op Ameland, Vlieland en Rottumerplaat werden de eerste zadellibellen op de veertiende gezien, toen er ook een exemplaar werd waargenomen in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Op 15 oktober volgde Oostkapelle en op de 16e werd er ook nog een gezien in IJmuiden en op de Colijnsplaat. Daarna was de overheersende windrichting niet meer zuidelijk, dus was de vraag of er nog veel nieuwe zadellibellen binnen zouden komen. De waarnemingen namen duidelijk af, hoewel er tot op 21 oktober (Vlieland) nog zadellibellen zijn gemeld.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Christophe Brochard; Jaap Bouwman