Tweede ronde zadellibellen?
De VlinderstichtingDe zadellibel was er vroeg bij dit jaar. Meestal komen de zwervers in de loop van de zomer, maar nu waren ze er al in juni. De meeste waarnemingen kwamen uit het zuiden van het land. Op veel plekken werd gezien dat ze eieren afzetten. Omdat ze zo vroeg waren, hebben de larven een groot deel van de zomer om te groeien en met de temperaturen die we hebben gehad, moet dat wel lukken. Op diverse plekken zijn ook al larven gevonden en in Tsjechië en Saksen zijn de eerste uitsluipers van de nieuwe generatie al gezien. Het is dus te verwachten dat er binnenkort in Nederland ook zadellibellen uit zullen sluipen. Dat zou een unicum zijn, want nog nooit is in Nederland succesvolle voortplanting van zadellibellen vastgesteld. De kans dat ze zich in Nederland echt vestigen en dus meerdere jaren achtereen aanwezig zijn en zich succesvol voortplanten, is nihil.
Zadellibellen komen voornamelijk voor in de (sub)tropen en kunnen in Nederland niet overwinteren. Dat lukt ze soms nog in de warme delen rond het Middellandse Zeegebied, maar in Nederland wordt het ’s winters veel te koud. Sinds 2010 duiken ze wel vrijwel elk jaar op, vaak zelfs op meerdere plekken. De eerste waarneming in Nederland was echter pas in 1995 en tot tien jaar geleden was er maar een handvol zadellibellen gezien in Nederland. Er is dus wel duidelijk sprake van een toename, waarschijnlijk onder invloed van het veranderende klimaat. Ook bereiken ze ons land nu sneller omdat ze in het Middellandse Zeegebied sterk toegenomen zijn. De afstand die ze af moeten leggen wordt zo een stuk kleiner. Let de komende weken op of je ‘verse’ zadellibellen kunt ontdekken. Dat zijn dan inheemse exemplaren, die hier in ons land zijn opgegroeid, en dat is nog niet eerder vastgesteld. Zadellibellen staan er wel om bekend dat ze snel na het uitsluipen (ver) weg vliegen en dus niet lang bij hun uitsluipplek blijven hangen. Geef je waarnemingen door voor de NDFF via Waarneming of Telmee.
Tekst: Roy van Grunsven & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Antoine van der Heijden; Ge Driessens; Christophe Brochard
Kaart: NDFF