Wat is het effect van de droge, hete zomer op reptielen en amfibieën?
RAVONVoor eierleggende reptielen als de muurhagedis en de ringslang was het een goede zomer. Er werden in augustus volop jonge dieren gemeld. Ringslangen broeden hun eieren uit in broeihopen. De broeiwarmte is daarbij bepalender dan de omgevingstemperatuur of de droogte. De warmteminnende muurhagedis is gewend aan hoge temperaturen. Er zijn weliswaar nog niet heel veel jonge zandhagedissen gemeld, maar pas in september en volgend voorjaar zal blijken of de eieren en de jonge hagedissen het overleefd hebben.
Van de levendbarende reptielen (soorten die hun eieren in het lichaam tot volledige ontwikkeling laten komen) kunnen met name de adder en de levendbarende hagedis het wel eens lastig krijgen. Dit zijn vochtminnende soorten van open terrein; met name in de droge heides is er veel schade opgetreden aan de struikheide. Zo is bekend dat de extreem hete en droge zomer van 1976 een groeiachterstand opleverde voor jonge levendbarende hagedissen op drogere heideterreinen. Deze effecten zijn jaren later nog meetbaar in de populatie.
Voor amfibieën zijn er zowel directe als indirecte effecten. Direct effect was dat veel soorten dit voorjaar een snelle ontwikkeling hebben doorgemaakt en de larven vroeg metamorfoseerden tot jonge kikkers en padden. Voor de salamanderlarven, die een wat langere ontwikkelingstijd hebben, en voor groene kikkers zullen veel larven de race tegen het uitdrogen van hun voorplantingswater deze zomer niet hebben overleefd.
De meeste amfibieën zijn ingesteld op calamiteiten: ze leggen veel eitjes en kunnen één mislukt jaar compenseren met een goede voortplanting in het jaar daarna. Juist door het goede voorjaar dit jaar lijkt het voor de meeste soorten vooralsnog mee te vallen met de negatieve effecten. Op langere termijn zijn de effecten van de droogte mogelijk zelfs positief: de belangrijkste predatoren (vis) ontbreken het komend voorjaar in de poelen en sloten die deze zomer zijn drooggevallen. Dit schept volgend voorjaar prima voortplantingskansen voor amfibieën. Ook exotische vissoorten in vennen (zonnebaars, hondsvis) hebben klappen gekregen, waarvan amfibieën volgend voorjaar kunnen profiteren.
Voor zowel reptielen als amfibieën geldt dat de echte effecten van een droge zomer eigenlijk pas in de komende jaren aangetoond worden. Langjarige meetreeksen zijn dan ook cruciaal. Via de RAVON-meetnetten voor reptielen en amfibieën kunt u helpen om de langjarige trends vast te stellen.
Tekst en foto's: Raymond Creemers, RAVON