Met waarden van groen en blauw om de tekentafel
Atlas Natuurlijk KapitaalNatuurlijk kapitaal is belangrijk voor Nederlandse steden. Het draagt bij aan een gezonde, aantrekkelijke leefomgeving, de voedsel- en drinkwaterproductie, hittestressafname en koolstofopslag. Bovendien heeft het voordelen voor bewoners en bedrijven, én voor de natuur in de stad. Deze diensten die de natuur levert, noemen we ook wel ecosysteemdiensten. De druk op steden maakt het extra belangrijk om ecosysteemdiensten in te zetten. Het RIVM heeft daarom in samenwerking met VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) modellen ontwikkeld voor het Natuurlijk Kapitaal model (pdf: 1.5 MB) om de locatiespecifieke voordelen van ecosysteemdiensten in kaart te brengen. Het Natuurlijk Kapitaal model is een samenwerking tussen RIVM, Wageningen Environment Research (WEnR) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Hoe werkt het?
Het Natuurlijk Kapitaal model bestaat uit een basisdataset met informatie over natuurlijk kapitaal. Hierbij kun je denken aan de hoeveelheid vegetatie in een gemeente, of de bodemsoort. Over deze basis liggen momenteel acht submodellen die de ecosysteemdiensten en maatschappelijke voordelen voor het stedelijk gebied beschrijven. Voor het landelijk gebied zijn er nog extra sub-modellen. De volgende acht submodellen zijn nu aanwezig in het model: invloed van groen en blauw op luchtkwaliteit, gezondheidseffecten, huizenprijzen, energiebesparing, houtproductie, biomassa voor energie, koolstofopslag en verkoeling. In combinatie met sociaaleconomische gegevens kunnen deze sub-modellen de maatschappelijke baten per ecosysteemdienst in kaart brengen in monetaire waarden en fysieke eenheden.
Om een ingewikkeld verhaal simpel te maken: als ik hier een boom plant, welke baten levert dat dan op voor de leefomgeving? Of, zijn de voordelen voor de maatschappij hoger als ik dit stuk bos kap en er een wadi van maak? Dit soort beslissingen worden nu vaak puur op basis van de kosten gemaakt, waarbij de maatschappelijke baten (op lange termijn) buiten beschouwing worden gelaten.
Groene Baten planner
Het Natuurlijk Kapitaal model vormt de basis voor de ‘Groene Baten planner’. De planner berekent de effecten van ruimtelijke inrichting op het natuurlijk kapitaal. Dit helpt beleidsmakers met het maken van keuzes bij stedelijke ontwikkeling. De eerste kaarten die met de Groene Baten planner zijn gemaakt, zijn gebaseerd op de huidige situatie. Zo krijgen beleidsmakers inzicht in de huidige staat van het natuurlijk kapitaal. Ook is er een aantal pilotprojecten gestart, onder andere bij de gemeente Amsterdam. Het instrument wordt daar ingezet om het effect van het natuurlijk kapitaal op de waarde van de nieuwe groenstructuurvisie door te rekenen. De huidige situatie wordt daar vergeleken met vier scenario’s op basis van die groenstructuurvisie. De kaarten laten zien wat de waarde van het natuurlijk kapitaal is voor de huidige situatie van de huizenprijzen, en het verkoelend effect van groen en blauw.
Rondom het Vondelpark in Amsterdam zie je bijvoorbeeld dat het aandeel groen en blauw een groot deel van de huizenprijs bepaalt (blauwe kleuren bovenste figuur, 100.00-200.000 euro). Ten oosten van het Vondelpark, in de Pijp, is het aandeel al een stuk kleiner (gele kleuren, 10.000-25.000 euro). In de onderste figuur is het verkoelende effect van groen en blauw (in °Celsius) te zien. Hierbij is duidelijk dat Amsterdam een warme binnenstad heeft, en dat er nog veel groen en blauw nodig is om verkoeling te brengen.
Doorontwikkeling model
Het model is nog niet af. Diverse partners werken samen om het door te ontwikkelen. Door deze samenwerking ontstaat een gemeenschappelijke basis die kan worden gebruikt om de waarden van ecosysteemdiensten te berekenen. Met vereende krachten kan het model sneller worden ontwikkeld en is er meer kennis in huis om de meest recente getallen in te brengen. Kaarten gemaakt op basis van het Natuurlijk Kapitaal model zijn binnenkort beschikbaar op de Atlas Natuurlijk Kapitaal.
Tekst: Channah Betgen, Atlas Natuurlijk Kapitaal
Figuren: Roy Remme, RIVM
Foto: Pixabay