Hoogste intrek glasaal sinds 2000
Stichting RAVONIeder voorjaar trekken de jonge doorzichtige ‘glasalen’ vanaf zee onze binnenwateren in, meestal met een piek in april. Op dit moment is het intrekseizoen voor 2018 ten einde. Uit de metingen blijkt dat langs de Nederlandse kust de aantallen een stuk hoger liggen dan het gemiddelde sinds 2000. In de kruisnetmonitoring van het programma ‘Ecologische Verbindingszone Noordzeekanaal en Ommelanden’ lag het gemiddeld aantal glasalen per trek bijna 6 keer hoger dan in 2017. Dit is ook hoger dan de aantallen gemeten in 2014 toen internationaal een verhoging werd gemeten. In de projecten ‘Samen voor de Aal Zuid-Holland’ en ‘Samen voor de Aal Zeeland’ lagen de gemiddelden dit jaar respectievelijk rond de 4 en 2,5 keer hoger dan in 2017. Voor Nederland kunnen we dit intrekseizoen daarom als een lichtpuntje beschouwen voor de aal. Deze hogere intrek is echter nog altijd in de orde van 5 procent ten opzichte van zo’n 50 jaar geleden. Laten we hopen dat met het nemen van maatregelen om de populatie er bovenop te helpen, de intrek de komende jaren verder toeneemt.
De tellingen komen van een groot aantal punten langs de Nederlandse kust waar vrijwilligers met een kruisnet monitoren. Dit gebeurt bij obstakels op de migratieroute, zoals gemalen en sluizen. Hiermee worden de migratieknelpunten voor glasaal en andere soorten, zoals de driedoornige stekelbaars, in beeld gebracht zodat waterbeheerders maatregelen kunnen nemen om de intrekmogelijkheden te verbeteren. Met de gegevens worden ook de ontwikkelingen in aantallen gevolgd. Internationaal bedroeg de intrek van glasaal in de landen rond de Noordzee in 2017 slechts 1,6 procent ten opzichte van de aantallen die in de jaren ’60 en ’70 gemeten zijn (ICES WGEEL 2017, pdf: 1.7 MB). Vanaf het jaar 2000 schommelt de index rond dit lage niveau. De soort is daarom opgenomen als ‘ernstig bedreigd’ op de internationale Rode Lijst.
In 2014 werd internationaal een lichte verhoging naar 4 procent gemeten; ook in Nederland kwam dit naar voren in de monitoring. Helaas zette de stijging niet door en was de ICES index voor de Noordzee tot en met 2017 laag. Omdat 2018 nu voor de Nederlandse kust een stuk hoger uitpakt, kijken we reikhalzend uit naar de Europese index van ICES WGEEL om te zien of deze verhoging op meer plaatsen in Europa gemeten is. De ICES WGEEL rapportage komt jaarlijks in november uit.
Tekst en uitleg over glasaalmonitoring door vrijwilligersteams in het kader van ‘Samen voor de Aal’ en de ‘Ecologische Verbindingszone Noordzeekanaal en Ommelanden’ (Bron: RAVON)
Tekst: Martijn Schiphouwer, Sanne Ploegaert en Edo Goverse, RAVON
Foto: Sanne Ploegaert
Figuren: WGEEL 2017, RAVON
Video: RAVON
Partners en/of opdrachtgevers
Het uitvoeren van de projecten is mede mogelijk dankzij: Hoogheemraadschap van Rijnland, Sportvisserij MidWest Nederland, Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Waternet, Gemeente Amsterdam, Hoogheemraadschap van Delfland, Waterschap Hollandse Delta, Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, Provincie Zuid-Holland, Waterschap Scheldestromen, Rijkswaterstaat Zee en Delta, Provincie Zeeland, World Fish Migration Foundation, Provincie Noord-Holland, Havenbedrijf Amsterdam, Stichting RAVON.