Hoeveel eieren gaan we vinden?
Stichting RAVONDe meeste inheemse reptielen zijn te vinden op de heides en venen in het noorden, oosten en midden van Nederland, veelal natuurgebieden ver weg van de verstedelijkte Randstad. Toch is er een reptiel die zich prima kan handhaven rondom grote steden als Utrecht, Amsterdam en Gouda: de ringslang.
Eierleggende slang
De ringslang is de enige inheemse slang die eierleggend is. Zo halverwege juni zetten de vrouwtjes, al naar gelang hun grootte, tot 40 eitjes met de omvang van een olijf, af op plekken met een hoge temperatuur en luchtvochtigheid. Vroeger waren dat voornamelijk mesthopen die bij vrijwel iedere boerderij te vinden waren, tegenwoordig gebruiken ze composthopen en speciale broeihopen.
Warme en vochtige hoop
Voor de opbouw van zo’n broeihoop zijn vele recepten in omloop. Gemene deler is dat ze warm en vochtig zijn en dit tot in augustus blijven. Een standaard broeihoop bestaat uit brandstof (maaiafval, bladafval, houtsnippers, etcetera), ruwe stalmest en takken. De temperatuur in de broeihoop is bepalend voor de snelheid van de ontwikkeling van de eieren, meestal zes tot acht weken. De baby-ringslangetjes kruipen meestal ergens in augustus uit hun ei.
Slangen dichtbij huis
De ringslang is een soort die de nabijheid van mensen niet schuwt en te vinden is in stedelijk groen zoals (stads)parken. Dat lijkt nogal bijzonder, maar uit opgravingen weten we dat de ringslang al duizenden jaren in de directe omgeving van de mens leeft, de heidense boeren uit de prehistorie beschouwden de ringslang zelfs als de een goede huisgod, een graag geziene gast op iedere boerderij.
Meer informatie
Voor iedereen die iets doet of wil doen met broeihopen voor ringslang is er de website Broeihopen.nl. Hierop is meer informatie te vinden over hoe een broeihoop op te zetten en waar al verschillende werkgroepen actief zijn.
Tekst: Ingo Janssen & Naomi Lambrikx, RAVON
Foto’s: Els Tove, Ringslangwerkgroep Houten; Jelger Herder, RAVON; Naomi Lambrikx, RAVON