Is deze kou een ramp voor vlinders?

Er komen verontruste telefoontjes en mailtjes bij de Vlinderstichting binnen. “Ik had twee citroenvlinders en een kleine vos in mijn tuin, en nu gaat het opeens weer vriezen. Gaan ze nu dood en krijgen we een slecht vlinderjaar?” Deze reacties zijn begrijpelijk, want we associëren vlinders vooral met voorjaar, warmte en zon.

De vlinders die de vorige week overal rondvlogen waren de ‘vlinderoverwinteraars’. Deze vijf soorten zijn in de winter als vlinder aanwezig en zijn in die periode in winterslaap. Daardoor kunnen ze lage temperaturen prima overleven. De citroenvlinder is het meest gezien. De felgele mannetjes zijn dan ook erg opvallend als ze patrouilleren over bospaden en door tuinen. Ook kleine vos en dagpauwoog werden al flink gemeld en er waren waarnemingen van gehakkelde aurelia en atalanta. Die laatste doet geen winterslaap, maar kan de winter hier, als die niet al te zwaar is, wel overleven. Over deze vlinders maken we ons geen zorgen, want een graad of vijf vorst zullen ze waarschijnlijk goed kunnen hebben. Ze gaan dan wel helemaal in rust en ze zoeken beschutte plekken op waar minder uitstraling is en dus de temperatuur niet zo laag wordt.

Anders is het met de vlinders die als pop overwinteren. Ook daarvan zijn al een aantal uitgekomen, hoewel het maar om erg weinig vlinders gaat. Die zijn niet gebouwd om een koude periode te doorstaan, maar ook die, zoals klein koolwitje, oranjetipje en bont zandoogje, zullen waarschijnlijk deze temperaturen wel aankunnen. We gaan er van uit dat de schade mee zal vallen.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting