Hoge diversiteit korstmossen op Veluwse begraafplaatsen
BLWGIn de afgelopen zes jaar zijn 93 Veluwse begraafplaatsen onderzocht op het voorkomen van korstmossen. Er groeien 247 soorten korstmossen op de Veluwse begraafplaatsen, dat is meer dan een derde van het totaal aantal soorten dat in Nederland voorkomt. Korstmossen die op begraafplaatsen voorkomen, kunnen ingedeeld worden in drie groepen: steenbewoners, schorsbewoners en grondbewoners. De meeste steenbewoners komen voor op begraafplaatsen met veel verschillende soorten oude grafstenen. Op graniet en kalksteen groeien bijvoorbeeld tientallen soorten korstmossen. De Zwarte grafkorst (Placynthium nigrum; Rode Lijst: Kwetsbaar) komt alleen voor op oude kalkstenen graven, terwijl het Granietschildmos (Xanthoparmelia conspersa; Rode Lijst: Kwetsbaar) alleen op graniet of andere soorten zure steen groeit. Op vrijstaande bomen op begraafplaatsen groeien veel schorsbewoners. Op de grond tussen graven groeien vaak bekermossen, heidestaartjes en leermossen. De voorwaarde is dan wel dat de grond voedselarm en niet te veel verstoord is.
Toevluchtsoord voor bedreigde soorten
25 soorten die op de Veluwse begraafplaatsen groeien, staan op de Rode Lijst van bedreigde soorten. Op bijna de helft van de begraafplaatsen komt minimaal één Rode Lijstsoort voor. Klein landkaartmos (Rhizocarpon lecanorinum; Rode Lijst: Ernstig Bedreigd) is een zeer zeldzame soort die in Nederland alleen bekend is van hunebedden en een paar begraafplaatsen. Op de Veluwe groeit de soort op de begraafplaatsen van Schaarsbergen en Elspeet. Niet alle Rode Lijstsoorten op de Veluwse begraafplaatsen zijn steenbewoners. Er groeien ook verschillende bedreigde schorsbewoners. Voorbeelden hiervan zijn het Bruin boerenkoolmos (Tuckermanopsis chlorophyllia; Rode Lijst: Bedreigd) en het Purper geweimos (Pseudevernia chlorophylla; Rode Lijst: Kwetsbaar). Deze soorten zijn erg gevoelig voor luchtvervuiling. Door de bosrijke omgeving valt de luchtvervuiling op de Veluwe mee en kunnen deze bijzondere schorsbewoners nog op een paar plekken standhouden. Op de grond groeit op twee begraafplaatsen de zeer zeldzame Heidezomerkorst (Vezdaea acicularis; Rode Lijst: Gevoelig).
Bladblazer & snoeischaar
Begraafplaatsen zijn dus belangrijke groeiplaatsen voor Nederlandse korstmossen. De meest korstmosrijke begraafplaatsen worden gekenmerkt door een variatie aan oude grafstenen, vrijstaande, goed belichte bomen en een voedselarme bodem. Hoewel dit deels bepaald wordt door de ligging, het formaat en de ouderdom van de begraafplaats heeft ook het beheer een grote invloed op het aantal korstmossen. Voor het behouden van een hoge korstmosdiversiteit kan het schoonmaken van oude grafstenen het beste vermeden worden of beperkt worden tot het leesbaar houden van de graveringen. Korstmossen houden van licht en van voedselarme steen of grond. Het snoeien van overhangende struiken en het weghalen van afgevallen blad behoudt de voedselarme en lichte omstandigheden. In de praktijk wordt blad op begraafplaatsen al regelmatig weggeblazen. Dat is een belangrijke reden waarom er op begraafplaatsen vaak zoveel bijzondere korstmossen, maar ook mossen en paddenstoelen, op de grond kunnen worden aangetroffen.
Een artikel over de inventarisatie verscheen recent in het tijdschrift De Levende Natuur.
Tekst en foto's: Henk-Jan van der Kolk, BLWG