Kwelders als 'plan B' voor foeragerende grauwe kiekendieven
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum AkkervogelsGrauwe kiekendieven maakten ongeveer dertig jaar geleden, na het verdwijnen van natuurlijke broedgebieden, de overstap naar het grootschalige akkerland. Vanaf begin jaren ’90 zet Werkgroep Grauwe Kiekendief zich in voor akkervogels, met als gevolg dat er in Nederland beheermaatregelen ontwikkeld zijn die speciaal gericht zijn op voedselvoorziening voor kiekendieven, velduilen, veldleeuweriken en andere akkervogels. Brede faunaranden, wintervoedselveldjes en vooral vogelakkers hebben een belangrijke rol gespeeld in het herstel van de broedpopulatie van grauwe kiekendieven.
Een 'plan B'
Door onderzoek werd duidelijk dat grauwe kiekendieven in jaren met weinig veldmuizen, wat zeker in 50% van de jaren 1990 tot en met 2017 het geval was, een alternatieve voedselbron moeten hebben waar ze op terug kunnen vallen. Het gaat dan om prooien die vaak ook in ‘alternatieve gebieden’ gevangen worden. Met andere woorden: in muizenarme jaren hebben grauwe kiekendieven een 'plan B' nodig.
Dankzij het gebruik van radiozenders (2003-2008) en GPS-loggers (2009-2017) is er veel meer bekend over het habitatgebruik van grauwe kiekendieven. Zo werd bijvoorbeeld duidelijk dat droge natuurgebieden in het Groningse Westerwolde, een golfterrein in Flevoland (Dorhout Mees) en braakliggende bouwterreinen (industriegebied van Delfzijl) aantrekkelijke 'plan B'-jachtgebieden zijn. En zo zijn de Friese en Groninger Waddenkwelders ook een 'plan B' te noemen.
Het belang van kwelders voor grauwe kiekendieven wordt ook bevestigd door het feit dat in Noord-Duitsland en Denemarken een groot deel van de broedpopulatie nabij de kwelders van de Waddenzee broedt.
'Plan B' in beeld gebracht: van 70% naar 1%
In 2017 kon precies in beeld worden gebracht hoe een grauwe kiekendief gebruikmaakt van de kwelders. Dit gebeurde door het mannetje ‘Jens’, dat in 2015 in een beschermd nest nabij Finsterwolde ter wereld kwam. In 2017 had hij, zoals dat bij grauwe kiekendieven gaat, als derdekalenderjaarmannetje voor het eerst zelf een nest. Zijn nest lag in het noorden van Groningen in een wintertarweakker in de buurt van Pieterburen, ongeveer twee kilometer landinwaarts van de zeedijk. Jens (vernoemd naar de zoon van de eigenaar van het nestperceel) werd door Werkgroep Grauwe Kiekendief uitgerust met een geavanceerde GPS/GSM-logger, waardoor zijn bewegingen in detail vastgelegd werden.
De GPS-data van begin juli 2017 tonen een duidelijk patroon: Jens joeg alleen maar op de kwelder! Hij bracht bijna 70% van zijn tijd buitendijks door over een breedte van 17 kilometer, tot op maximaal 11 kilometer afstand van zijn nest. Dit onderstreept hoe belangrijk (semi-)natuurgebieden als foerageerhabitat voor grauwe kiekendieven kunnen zijn: zonder de kwelders als 'plan B' had Jens waarschijnlijk als derdekalenderjaarman zichzelf en zijn vrouwtje niet van voedsel kunnen voorzien en ook geen jong groot kunnen brengen.
Hoewel …… de voorkeur van Jens voor de kwelder als jaaggebied nam gedurende de rest van het broedseizoen steeds verder af, waardoor ook de vorm van zijn home range sterk veranderde. Begin augustus bracht hij nog maar 1% van zijn tijd buitendijks door!
Verschuiving van jagen op kwelders naar jagen op akkers
In normale jaren komen op de kwelders in de winter vrijwel geen muizen voor als gevolg van de geregelde overstromingen. Daarentegen broeden graspiepers, rietgorzen en veldleeuweriken er in hogere dichtheden dan in de akkers. Als er weinig muizen beschikbaar zijn, vormen zangvogels het 'Plan B' van grauwe kiekendieven. Ook de jongen van scholekster, tureluur en kievit zijn geschikte prooidieren. Dit relatief rijke voedselaanbod op de kwelders neemt tijdens de zomer af wanneer de zangvogels klaar zijn met broeden en de steltloperpullen groot zijn. Aan de andere kant van de dijk zijn in het voorjaar de veldmuisaantallen in de akkers vaak nog laag, maar die nemen gedurende de zomer toe. Later wordt het akkerland extra interessant voor foeragerende roofvogels wanneer de akkers geoogst worden, omdat muizen dan makkelijker te vangen zijn. In Noord-Groningen start de graanoogst begin of midden juli (wintergerst). De verschuiving van het gebruik van kwelders naar binnendijks akkerland kan verklaard worden door enerzijds een afnemend prooiaanbod buitendijks en anderzijds een toenemende muizenbeschikbaarheid binnendijks.
Op dit moment is Jens in zijn overwinteringsgebied in Mali. Wie weet keert hij dit voorjaar weer terug naar Groningen. Zal hij zich dan weer in de buurt van de kwelders vestigen? En hoe ziet zijn gebiedsgebruik er dan uit? In de toekomst zal voor meer individuele grauwe kiekendieven in detail het kweldergebruik onderzocht worden, om aan de hand daarvan suggesties voor het beheer van de kwelders te kunnen geven.
Tekst en grafieken: Tonio Schaub, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: Werkgroep Grauwe Kiekendief (leadfoto: het binnen- en buitendijks gebied in de buurt van Pieterburen, Noord-Groningen)