De afgelopen jaren is veel energie en geld gestoken in de aanleg van natuurvriendelijke oevers langs lijnvormige wateren zoals sloten en beken. De aanleg van natuurvriendelijke oevers moet bijdragen aan doelbereiking voor de Kaderrichtlijn Water en zou daarmee ook moeten bijdragen aan de biodiversiteit in de oeverzone. Tot nu toe is deze ecologische meerwaarde zeer beperkt in beeld gebracht. Dit onderzoek moet daar verandering in brengen. Daarnaast heeft het project ook tot doel om praktische verbeterpunten te bieden voor inrichting en beheer.
Evaluatie natuurvriendelijke oevers (Bron: FLORON/RAVON)
Dit jaar zijn 46 oeverparen (natuurvriendelijk ingericht en ‘traditioneel’), verspreid over Midden- en Noord-Nederland, geïnventariseerd op oever- en waterplanten, vis en andere fauna in en rondom de oeverzone. Uit de voorlopige resultaten komt naar voren dat natuurvriendelijke oevers een meerwaarde hebben voor met name moerasplanten. Gemiddeld blijken natuurvriendelijke oevers zo’n tien plantensoorten meer te herbergen dan hun nabijgelegen ‘traditionele’ evenknie. Dit is waarschijnlijk deels te danken aan de bredere ‘drassige’ zone waarin water invloed uitoefent op de oevervegetatie. Dit positieve effect geldt echter voornamelijk voor oeverplanten en niet voor ondergedoken waterplanten. Mogelijke oorzaken worden nog onderzocht, maar waarschijnlijk speelt een gebrek aan geschikt ondiep, open water voor ondergedoken waterplanten een rol.
Wat betreft de vissen is gemiddeld één soort meer gevonden in natuurvriendelijke oevers dan in traditionele oevers; dit betrof vaak een algemeen voorkomende soort. Waarschijnlijk speelt ook hier de plotselinge overgang tussen de drassige moeraszone en het diepere water een rol, waardoor een ondiepe waterzone met ondergedoken waterplanten ontbreekt. Dit wordt volgend jaar verder onderzocht. In stromende wateren ontbraken veelal stromingsminnende en migrerende soorten. Mogelijke oorzaken zijn de aanwezigheid van obstakels voor de migratie en/of het gebrek aan stroming. Tijdens ons bezoek aan de beken konden we in ongeveer de helft van de gevallen nauwelijks stroming waarnemen.
Opmerkelijk is dat de inrichting van natuurvriendelijke oevers sterk verschilt. De breedte van de oeverzone varieert van enkele decimeters tot enkele tientallen meters. Naast de inrichting lijken ook verschillen in het onderhoud van groot belang. Onderhoud kan nodig zijn om dominantie van enkele hoogproductieve soorten te voorkomen, maar kan ook de scherpe grens tussen drassige oever en diep open water in stand houden, waardoor de zone met ondergedoken waterplanten afwezig blijft. Hier wordt volgend jaar verder aandacht aan besteed.
De eerste resultaten waren direct voer voor interessante discussies tussen de deelnemende partijen. Ze laten zien dat er veel te leren valt van natuurvriendelijke oevers die er al enige tijd liggen, zowel wat betreft de huidige bijdrage aan de biodiversiteit als de verbeterpunten voor de toekomst. Volgend jaar volgt het tweede veldseizoen met daarin ook aandacht voor de macrofauna. Wordt dus vervolgd…
Tekst: Gabriëlle Jager, Michiel Verhofstad & Jeroen van Zuidam, allen FLORON
Foto's: FLORON; Edwin Dijkhuis