Nieuwe Lantaarnzwam vindt zijn weg naar Nederland
Nederlandse Mycologische VerenigingElk jaar worden er zo'n zeventig nieuwe paddenstoelensoorten in Nederland gevonden. De meeste zijn zo klein dat er met gemak een flink aantal in een luciferdoosje past. Slechts enkele hebben een formaat dat je minder gemakkelijk over het hoofd ziet. Met hun lichte sporen kunnen ze van ver komen. We zien door het veranderende klimaat ook een aantal paddenstoelensoorten uit het zuiden langzaam naar het noorden bewegen. Naast deze natuurlijke verschuiving van hun areaal, komen nieuwe soorten Nederland ook binnen met het vervoer van goederen.
In Nederland kenden we de uit Amerika afkomstige Lantaarnzwam (Omphalotus illudens) al. In april van dit jaar werd in 'Kijk op exoten' (pdf: 7,430 KB) de verwachting uitgesproken dat de Zuidelijke lantaarnzwam (Omphalotus olearius) binnenkort ook in ons land zou worden aangetroffen. Eind september vond iemand paddenstoelen op een olijfboom (Olea europaea) in de tuin. Hij vroeg zich af om welke soort het ging en of deze schadelijk voor de boom zou zijn. Uit de meegezonden foto bleek het een Lantaarnzwam te zijn. Uit nader onderzoek bleek dat het ging om een soort die van nature in het Middellandse Zeegebied voorkomt. Het was de Zuidelijke lantaarnzwam, een soort die gezien zijn wetenschappelijke naam wel vaker op olijfbomen voorkomt. De olijfboom, waar de paddenstoel op groeide, was zo'n vijf jaar eerder uit Spanje geïmporteerd en mogelijk toen al besmet. Wereldwijd zijn er zeven soorten van het geslacht Omphalotus bekend.
Twee soorten lantaarnzwammen
In Europa komen tegenwoordig dus twee soorten Lantaarnzwammen voor: de Zuidelijke lantaarnzwam uit het Middenlandse Zeegebied en de Lantaarnzwam afkomstig uit Noord-Amerika.
De laatste wordt voornamelijk in West-Europa ten noorden van het Middellandse Zeegebied gevonden; vaak op Amerikaanse eik. Deze soort is echter ook op geïmporteerde olijbomen in Nederland gesignaleerd. Omdat de twee soorten veel op elkaar lijken, moet een Lantaarnzwam altijd microscopisch op naam worden gebracht. Bovendien hebben laboratoriumproeven aangetoond dat beide soorten met elkaar kunnen kruisen. Zolang de twee soorten lantaarnzwammen op verschillende continenten voorkwamen, was kruising (bastaardering) niet erg waarschijnlijk. Met de Amerikaanse soort in Europa wordt de kans hierop steeds groter.
Tekst: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Menno Boomsluiter en Loes Vreriks