Twee nieuwe spookkreeften in Nederland
Stichting ANEMOONFoto’s zijn een prachtig medium om soorten op naam te brengen. Maar dit lukt niet altijd en het is niet altijd eenvoudig omdat soortspecifieke kenmerken meestal niet (bewust) gefotografeerd zijn. Zo vond Strandwerkgroep Waterweg-Noord in augustus 2015 bij de koelwaterinlaat van de electriciteitscentrale bij Borssele een spookkreeft. Het net overleden dier werd thuis gefotografeerd. Hoewel niet helemaal overtuigd van de determinatie, plaatste de vinder de foto op 21 februari 2016 op de Facebookpagina van Stichting ANEMOON als Wandelend geraamte (Caprella linearis). Een klein jaar later bleek via een reactie op het Facebookbericht dat het toch om een andere soort ging: in België waren foto’s van een andere soort spookkreeft gemaakt, met alle kenmerkende details. Het bleek in beide gevallen te gaan om Caprella equilibra. Deze soort heeft nog geen Nederlandse naam; voorgesteld wordt het dier Bruingevlekte spookkreeft te noemen.
Hoewel de vondst een sterke aanwijzing was voor het voorkomen van deze soort in Nederland, was het nog geen bewijs: het dier zou in theorie met zeestromingen in de Westerschelde en de koelwaterinlaat van de centrale binnengekomen kunnen zijn. Op 1 januari 2017 werd opnieuw een exemplaar van de Bruingevlekte spookkreeft gevonden in de afvoergoot bij Borssele: deze haalde op 13 september 2017 de PZC (Provinciale Zeeuwse Courant) en later een bericht bij de NOS. Op 21 januari 2017 werd nog een nieuwe soort bij Borssele aangetroffen: Caprella scaura. Ook dit dier heeft nog geen Nederlandse naam. Voorgesteld wordt het dier Gehoornde spookkreeft te noemen.
Vorm en biotoop
Spookkreeften zijn minder angstwekkend dan de naam en hun ‘alien’ voorkomen doen vermoeden: ze worden niet groter dan enkele millimeters tot een paar centimeter. Ze hebben een langgerekte, als het ware uitgemergelde, lichaamsbouw. Vanwege dat uiterlijk zijn verschillende soorten spookkreeften in Nederland van fraaie namen voorzien als Hongerlijdertje, Teringlijdertje en Wandelend geraamte. Ze lijken, ook qua gewoonten, wat op bidsprinkhanen. Spookkreeften houden zich met hun achterpootjes vast aan een stevige ondergrond en vangen met hun sprieten en schaarpoten allerlei voedsel.
Spookkreeften komen vooral voor in ondiep water, soms in gigantische aantallen, met name op door de mens aangebrachte ondergrond zoals windmolenpalen, steigers en pontons. Er is dus een grote kans dat ze in havens op scheepswanden terechtkomen en naar andere delen van de wereld getransporteerd worden. Zo kwam waarschijnlijk de Harige spookkreeft (Caprella mutica) uit Japan en omstreken in 1993 in Nederland terecht. Die soort komt nu in vrijwel alle werelddelen voor, en is in Nederland de meest algemene spookkreeft.
Opmars van de nieuwe soorten
De Bruingevlekte spookkreeft is oorspronkelijk beschreven van de Atlantische kust van Noord-Amerika. Het dier komt tegenwoordig wereldwijd voor: vooral in warmere zeeën. De soort kwam al enige jaren geleden steeds meer onze kant uit. In 2003 werden de spookkreeften aangetroffen op een ponton bij Duinkerke in Noord-Frankrijk, in 2007 nog dichterbij op een boei van een mosselkweekproject bij Nieuwpoort, en in 2014 op een boei voor de haven van Zeebrugge. Overigens werd de Bruingevlekte spookkreeft al op 6 november 2006 in Nederland aangetroffen op een aangespoelde boei op het strand tussen Egmond en Castricum, maar aangespoeld zijn ze ten dode opgeschreven.
De vondst van de Gehoornde spookkreeft in januari 2017 bleek de eerste waarneming in Noordwest-Europa te zijn. De Gehoornde spookkreeft is bekend van verscheidene gebieden in de wereld met warm-gematigd zeewater. In 1994 werd deze spookkreeft voor het eerst gevonden in de Middellandse Zee; ze zijn inmiddels ook aangetroffen aan de westkust van Portugal en op de Canarische Eilanden. Wat op een opmars vanuit het zuiden lijkt, kan samenhangen met de relatief milde winters van de laatste jaren. Een andere factor is het ‘stepping-stone’- effect, een makkelijkere verspreiding door de toename van hard substraat in de Noordzee, ook na terugval naar het zuiden na een wat strengere winter. De vraag is of beide soorten zich in de toekomst in Noordwest-Europa veel verder kunnen verspreiden: daarvoor is de watertemperatuur daarvoor waarschijnlijk te laag.
Onderscheid met andere soorten
Je hebt of uitstekende ogen of een loupe nodig om de verschillen tussen de spookkreeften te kunnen onderscheiden. De Bruingevlekte spookkreeft valt op door een vlekkerige bruine tekening. Het meest typerende kenmerk is een puntige stekel midden tussen de aanhechtingen van beide grote schaarpoten. Ook kan er een tand aan beide zijden aan de basis van de schaarpoten aanwezig zijn. De Gehoornde spookkreeft kenmerkt zich ook door een scherpe, naar voren staande hoorn op de kop, direct achter het oog. Zie de detailfoto’s.
Meer informatie over de spookkreeften, foto’s en een literatuurlijst kun je terugvinden op micksmarinebiology.blogspot.nl. Daar vind je naar aanleiding van de nieuwe soorten ook een determinatietabel van alle in Nederland voorkomende spookkreeften.
Tekst: Mick Otten, Stichting ANEMOON, Strandwerkgemeenschap en Strandwerkgroep Waterweg-Noord van de KNNV)
Foto’s: Mick Otten, Nieuwe Wending Producties; Marco Faasse, Stichting ANEMOON en Strandwerkgemeenschap
Met dank aan Marco Faasse voor onder meer zijn hulp bij de determinatie en voor zijn foto’s; Aäron Fabrice voor zijn commentaar op de foto in het Facebookbericht en daarmee de aanzet tot verdere zoektochten; en Brian Pater voor het melden van zijn waarneming.