Grutto. Limosa limosa

De weg naar duurzame populaties weidevogels

Wageningen Environmental Research
2-SEP-2017 - Het aantal weidevogels in Nederland neemt al tientallen jaren af. Uit een nieuwe studie van Wageningen Environmental Research (Alterra) en SOVON Vogelonderzoek Nederland blijkt dat deze achteruitgang met de huidige inspanningen niet zal worden gestopt. Alleen een duidelijke verbetering van zowel inrichting als beheer van de huidige weidevogelgebieden kan leiden tot een duurzame populatie.

De weidevogelstand in Nederland ontwikkelt zich al decennia negatief. De provincies, Boerennatuur.nl, Vogelbescherming Nederland en het ministerie van EZ maken zich daar zorgen over. Als vervolg op een Kamerbrief van staatssecretaris Van Dam hebben Wageningen Environmental Research (Alterra) en SOVON Vogelonderzoek Nederland een scenario-studie naar weidevogels uitgevoerd. Daaruit blijkt dat zonder intensivering van de huidige inspanningen voor weidevogels de achteruitgang niet zal worden gestopt.

De landelijke gruttostand telt op dit moment nog zo’n 32.000 tot 36.000 broedparen. Daarvan broedt slechts 1200 paar in optimale gebieden, met een goede inrichting en een goed beheer. Het overgrote deel van de huidige populatie grutto’s is dus niet duurzaam.

De onderzoekers hebben, met het huidige beleid als referentie, drie scenario’s met elkaar vergeleken.

  • Referentie-scenario (0-scenario): het scenario waar we qua populatie-omvang op aankoersen met de huidige inspanningen.
  • Scenario 1: optimaliseren van het huidige beheer, zonder aanpassingen in inrichting.
  • Scenario 2: optimalisatie van inrichting en beheer binnen de gebieden die nu voor weidevogels worden beheerd.
  • Scenario 3: het realiseren van een duurzame grutto-populatie van 40.000 broedpaar grutto’s (de omvang die door Vogelbescherming Nederland wordt voorgestaan).

“We hebben in beeld gebracht welke aantallen broedparen we in deze scenario’s duurzaam mogen verwachten,” zegt projectleider Dick Melman. “Ook hebben we gekeken naar de additionele kosten die een optimale inrichting en beheer met zich mee brengen; dus kosten bovenop de huidige uitgaven. Draagvlak bij de agrarische sector en aandacht voor andere maatschappelijke aspecten vallen buiten de scope van onze studie. Bij de scenario’s hebben we alleen die gebieden in beschouwing genomen die nu al voor weidevogels worden beheerd. Op basis daarvan mag in beginsel een zeker draagvlak bij agrariërs worden verwacht. Het verschil tussen scenario 2 en 3 is dat in het ene scenario verbetering van beheer en inrichting centraal staat, en in het andere een duurzame populatie van 40.000 broedparen grutto’s het doel is. Bij de uitwerking bleken beide scenario’s tot een gelijk resultaat en gelijke kosten te leiden.”

Uit het onderzoek blijkt dat zonder intensivering van de huidige inspanningen voor weidevogels de achteruitgang zich langjarig zal voortzetten. Verbetering van het beheer is alleen zinvol in gebieden met een goede basiskwaliteit. Binnen agrarisch gebied gaat het hier om zo’n 5.000 tot 12.000 hectare. Deze beheerverbetering (scenario 1) zal slechts tot bescheiden aantallen duurzame weidevogels leiden. De additionele beheerkosten bedragen bij dit scenario 3 tot 5 miljoen euro per jaar. Om tot echt duurzame populaties te komen zal forser moeten worden geïnvesteerd. Een verbetering van zowel beheer als inrichting (scenario 2 en 3) van de gebieden waar nu al weidevogels worden beheerd, kan leiden tot een duurzame gruttopopulatie van meer dan 40.000 broedpaar. De additionele beheerkosten bedragen 12 tot 19 miljoen per jaar en de inrichtingskosten 35 tot 89 miljoen.

De belangrijkste bevindingen op een rij

Meer informatie

Tekst: Wageningen Environmental Research (Alterra)
Foto's: Mark Zekhuis, Saxifraga (leadfoto: grutto)