Juffers sluipen uit
De VlinderstichtingDe vuurjuffers hebben als larve in het water de winter overleefd. Ze hebben even tijd en wat hogere tempraturen nodig om zich zover te ontwikkelen dat de juffers uit kunnen sluipen. Voordat dit plaatsvindt gaan de larven tegen het wateroppervlakte liggen om zo al wat te ‘wennen’ aan het leven buiten het water. Na een aantal dagen kruipt de larve omhoog aan een oeverplant en zet zichzelf stevig vast. Dan barst het huidje open vlak achter de kop en langzaam maar zeker wurmt de juffer zich uit het larvenhuidje. Dat huidje blijft achter als de juffer is opgepompt en opgedroogd en haar ‘maiden flight’ maakt. Zolang het niet flink gaat regenen blijven die huidjes achter op de oeverplanten. De jufferlarven zijn vrij klein en slank en je moet dan ook goed de waterkant afzoeken om ze te vinden.
Vuurjuffers zijn nog vrij bruinig als ze net uit de larve zijn, maar al snel kleuren ze uit en worden de mannetjes prachtig dieprood. Ze zijn dan niet meer te verwarren met andere juffers. Dit jaar verschenen de eerste vuurjuffers al in maart en nu komen ze op veel meer plekken tevoorschijn. Vuurjuffers komen in het hele land voor, langs allerlei water zijn ze te vinden, ook in kleine tuinvijvers.
Inmiddels is het niet meer de enige, want ook een aantal blauwe juffertjes komen nu uit de larve. Lantaarntje en variabele waterjuffer zijn al regelmatig gemeld, maar ook azuurwaterjuffer en watersnuffel zijn er al. Voor de herkenning van de algemene blauwe juffertjes is een gratis zoekkaart (pdf; 9,8 MB) ontwikkeld.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: vuurjuffer)