Juni is juffertijd!
De VlinderstichtingDe juffertjes die nu volop te zien zijn lijken best wat op elkaar. Er zijn mensen die de blauwe juffertjes op één hoop gooien omdat ze er niet uitkomen. Dat is niet nodig, want als je weet waarop je moet letten is het niet zo moeilijk. Tenminste, als het om de mannetjes gaat. Vrouwtjes zijn moeilijker uit elkaar te houden en het devies is dan ook om bij de vondst van een vrouwtje gewoon even door te zoeken. Er zitten vast wel mannetjes in de buurt en daarvan is de herkenning relatief eenvoudig. Een belangrijk kenmerk om op te letten is de schouderstreep. Een juffertje is duidelijk gescheiden in een kopstuk, een borststuk en een achterlijf. Bovenop het borststuk noemen we de schouder. De blauwe streep daar is van belang voor de naamgeving. Bij de watersnuffel is die blauwe schouderstreep duidelijk breder dan de zwarte strepen erboven en eronder. Bij twee andere algemene blauwe juffertjes, de azuurwaterjuffer en de variabele waterjuffer, is die blauwe streep duidelijk smaller.
Van die twee is de azuurwaterjuffer het meest wijdverbreid. Deze soort komt in het hele land voor, maar met grotere aantallen op de zandgronden. De andere, variabele waterjuffer, is vooral algemeen in het rivierengebied en in de veengebieden. Deze twee zijn uit elkaar te houden door te kijken naar het tekentje dat ze op het tweede segment hebben. Bij de azuurwaterjuffer is dat een losstaande U, bij de variabele is het een soort vorkje, een steeltje met een V tot U. Als de schouderstreep onderbroken is en dus op een uitroepteken lijkt, heb je zeker te maken met de variabele waterjuffer.
Naast deze drie, die nogal op elkaar lijken, zijn er momenteel meer juffertjes actief. Al vroeg in april waren de eerste prachtig rode vuurjuffers er al en ook nu kun je deze nog regelmatig tegenkomen. Ook de meest wijdverbreide juffer, het lantaarntje, is volop aanwezig. Deze heeft een geheel donker achterlijf (dus zonder blauwe segmenten), maar heeft wel een heel opvallende reflecterende blauwe vlek aan het einde, het zogenaamde lantaarntje. De kleur van het borststuk kan variëren tussen geel, groen, roze, oranje, bruin en meer, maar het lantaarntje zelf is altijd blauw. Ook de grote roodoogjuffer heeft een donker achterlijf met een lantaarntje achteraan, maar deze is weer prima te herkennen aan de rode ogen.
Als u meer over deze en andere verschilkenmerken van de blauwe juffertjes wilt lezen, kunt u de herkenningskaart blauwe juffers downloaden (pdf; 548 KB) van de site van De Vlinderstichting. Hier zijn ook herkenningskaarten van twee andere libellengroepen te vinden, de heidelibellen en de glazenmakers. Ook zijn er herkenningscursussen voor de libellen, die u via de site kunt bestellen. Er zijn een basiscursus en drie gevorderdencursussen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting