2017: een goed jaar voor de zomertaling
Vogelbescherming NederlandZo zuidelijk als de zomertaling overwintert, dat doet geen enkele Europese eend: namelijk ten zuiden van de Sahara, in de Sahel. Vooral in de binnendelta van de Niger in Mali en de Senegal-delta verblijven grote aantallen zomertalingen uit de Europese broedgebieden. Droogte in de Sahel zorgt voor een lage winteroverleving, waarna er kleinere aantallen terugkeren naar de broedgebieden.
Afgelopen maart meer zomertalingen dan anders
Vanaf begin maart verlaten de zomertalingen hun Afrikaanse overwinteringsgebieden. Vermoedelijk vliegen de vogels in één keer naar Europa, omdat er in Noord-Afrika geen belangrijke pleisterplaatsen bekend zijn. Bij ons worden de eerste vogels gewoonlijk ook begin maart gezien. Dit jaar werden de eerste zomertalingen gezien op 1 maart. Vroeger, toen zomertalingen veel talrijker waren, werden ze wat vaker al in februari opgemerkt.
In de afgelopen maand maart werden opvallend grote aantallen zomertalingen gezien in Nederland. Niet alleen in het binnenland (op 23 maart wel 31 exemplaren langs de Maas ten noorden van Roermond), maar ook langs de kust (op 16 maart 38 exemplaren bij Coudorpe, Zeeland) en zelfs trekkend over zee, zoals op 11 maart, toen bij IJmuiden 32 exemplaren werden gezien. Deze periode werd gekenmerkt door zacht weer met zuidelijke winden. Ook in Engeland werden de afgelopen weken veel meer zomertalingen gezien dan in andere jaren. De trek vindt vooral ’s nachts plaats, maar boven zee willen zomertalingen in de ochtend nog wel eens doorvliegen. Het wordt dit voorjaar spannend of er meer zomertalingen gaan broeden dan in andere jaren. De laatste jaren zijn er meer natte winters in de Sahel geweest, wat resulteert in minder sterfte. Wellicht is dit de verklaring voor de hogere aantallen zomertalingen tot nu toe.
Op de Rode Lijst
Het aantal broedparen zomertalingen is vooral sinds de jaren zestig sterk achteruit gegaan. De afname tussen 1960 en 2004 bedroeg meer dan 85% (bron: Sovon Vogelonderzoek Nederland), waardoor de soort op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels kwam. Sindsdien is de soort met ups en downs verder afgenomen als broedvogel. De aantallen in zomer en najaar zijn nog maar een schim van het verleden. In de Zuiderzee brachten vroeger duizenden zomertalingen de rui door, aantallen waarvan we nu alleen nog maar kunnen dromen. Een aantal van 130 exemplaren, zoals op het Gooimeer op 22 augustus 2012, is buitensporig veel voor de huidige tijd.
In agrarisch cultuurland viel de afname samen met intensiever grondgebruik: waterstandverlaging, vroeg en frequent maaien, homogene grasmatten met weinig nestgelegenheid, kale slootkanten, hogere beweidingsdruk, enzovoort. Veel natuurgebieden werden in dezelfde periode ongeschikt door verdroging. Daar bovenop zorgden droogteperiodes in het overwinteringsgebied, de Sahel, voor lage winteroverleving.
Zomertalingen aantrekken
In landbouwgebieden zijn zomertalingen aan te trekken door aanzienlijke verhoging van de waterstand (zoals in hoogwatersloten), plasdras, de aanwezigheid van natuurvriendelijke, flauw aflopende oevers en laat maaien. Rust is van groot belang voor deze makkelijk te verstoren soort. Zomertalingen hebben vooralsnog meer te zoeken in natuurgebieden, in met name de nieuwe, grootschalige natuurontwikkelingen met veel plasdras en andere, uitgestrekte, ondiepe waterpartijen. Omdat zomertalingen in het broedgebied in broedconditie moeten komen, is het belangrijk dat de vogels vlak na aankomst veel voedsel kunnen vinden en dat daarom het gebied flink nat is. In zulke gebieden is het in juni goed opletten of er vrouwtjes zomertalingen met hun pullen tevoorschijn komen.
Meer informatie over de zomertaling en de bescherming ervan vindt u op de website van Vogelbescherming Nederland.
Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Jan van der Straaten, Saxifraga; Jankees Schwiebbe, BirdPhoto