Breng nu de plataanvouwmijnmot in kaart
De VlinderstichtingDe rupsen van de plataanvouwmijnmot leven in de bladeren van de plataan en maken daar een karakteristiek vraatpatroon in. Nu die bladeren gevallen zijn, kun je ze afzoeken op sporen. De plataanvouwmijnmot behoort tot de microlepidoptera, ofwel ‘kleine vlinders’. Veel van de rupsen van deze vlinders zijn te klein om een heel blad te kunnen behappen. Die leven daarom binnenin het blad en de sporen van hun eten, de vraatbeelden dus, zijn in het algemeen goed zichtbaar en worden mijnen genoemd. Door het specifieke karakter van die vraatbeelden kan in verreweg de meeste gevallen tot op de soort worden gedetermineerd. Het determineren van de mijnen wordt bovendien nog vergemakkelijkt, doordat mineerders vaak op één of slechts enkele soorten waardplanten leven en doordat op een waardplantsoort meestal maar weinig mineerdersoorten voorkomen. De plataanvouwmijnmot is wel heel erg gemakkelijk te determineren: de soort leeft als rups alleen op de plataan en op de plataan komt maar één soort vouwmijn voor. Bovendien spint de rups zijden draden in haar mijn. Als het blad verdroogt ontstaan zo allemaal vouwtjes in de mijn, vandaar de naam vouwmijnmot.
De vlinders zijn in rusthouding slechts 4 tot 5 millimeter groot en van een bijna overdreven pracht: warm oker met een blinkend zilveren tekening. De plataanvouwmijnmot komt in geheel Nederland voor, eigenlijk overal waar platanen te vinden zijn. Het is in Nederland een relatieve nieuwkomer, die in minder dan een halve eeuw ons land vanuit het zuidoosten naar het noordwesten heeft gekoloniseerd. Het is bekend dat kolonisten in de beginjaren in grote aantallen kunnen voorkomen, waarna de aantallen teruglopen. Er zijn aanwijzingen dat dit laatste ook bij de plataanvouwmijnmot het geval is. In Nederland vliegt de plataanvouwmijnmot in drie generaties. Mijnen van de zomer- en najaarsgeneratie zijn veel groter dan voorjaarsmijnen, omdat bladeren later in het seizoen minder voedsel bevatten, en de larve daarom meer moet eten. De poppen van de derde generatie zitten nu in de afgevallen bladeren waarin je de mijnen vindt. Hou ze maar eens tegen het licht!
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: blad met plataanvouwmijn); Han Klein Schiphorst