Grote grazers als badgasten tijdens warme periode
FREE NatureDe Schotse Hooglander en de Galloway zijn twee bekendere runderen in de Nederlandse natuurgebieden. Begin jaren ’80 zijn zij naar Nederland gehaald om onze natuurgebieden te gaan begrazen. We waren toen opzoek naar geharde rassen die zelfstandig in onze natuur kunnen overleven. Met hun dikke vacht zijn ze goed aangepast aan strenge winters, maar minder goed aan warme zomers. Graag staan ze dan ook tijdens de warmere dagen in het water ter verkoeling.
Ter vergelijking, tegenwoordig zien we onder andere ook Sayaguesa runderen (afkomstig uit Spanje) en Rode Geuzen in onze natuurgebieden. Deze rassen hebben een veel dunnere zomervacht en staan zomers veel vaker in de volle zon.
Konik
Ook de koniks waren tijdens het warme weer regelmatig rondom het water te vinden. Niet zozeer om daarin te lopen, maar vooral omdat het er lekker open is. Een fris windje koelt dan niet alleen af, tevens houdt de wind de irritant stekende dazen op afstand. Tussen de broeierige ruigte doen de dazen het immers goed bij warm weer.
Wisent
De wisenten op onder andere de Maashorst pakken het weer anders aan. Op de warmste dagen zoeken zij de verkoeling door diep de donkerste delen van het bos in te trekken. Lekker rustend en herkauwend liggen ze in de schaduw. Vooral aan het begin en eind van deze warme dagen gaan de beesten actief aan de wandel opzoek naar een goede maaltijd.
Waterbuffel
De waterbuffel is de nieuwste grote grazer van de Nederlandse Natuur. Zij hebben het water zelfs echt nodig om af te koelen. Vergeleken met een rund hebben zij een huid die zo’n 6 keer dikker is, terwijl ze bovendien zo’n 6 keer minder zweetklieren bezitten. Niet alleen zwemmen de dieren graag, ze hebben bij dit warme weer het water zelfs nodig om verkoeling te vinden. Regelmatig plonsen ze even in één van de kreken om vervolgens op de kant weer op te drogen.
Zo heeft iedere soort grote grazer zijn eigen methode om koel te blijven.
Tekst: Stichting FREE Nature
Foto's: Marc Buchner; Roeland Vermeulen