Natuurinclusieve landbouw of landbouwinclusieve natuur?
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels, Louis Bolk Instituut, WWF NederlandHet Louis Bolk Instituut, Wereld Natuur Fonds en Werkgroep Grauwe Kiekendief hebben in het internationale tijdschrift Agriculture and Food de wetenschappelijke basis gelegd voor wat natuurinclusieve landbouw precies zou moeten inhouden en geven daarmee inhoud aan een beleidsterm die misschien beter landbouwinclusieve natuur had kunnen heten. Het streven is namelijk om een landbouwsysteem te ontwikkelen waarbij landbouw en natuur weer meer met elkaar in evenwicht worden gebracht en waarbij gebruikt gemaakt wordt van de meerwaarde die de natuur te bieden heeft. Biodiversiteit zien wij als een noodzakelijke voorwaarde voor de voedselproductie. Bodemleven houdt de bodem vruchtbaar, en insecten zorgen voor bestuiving van gewassen. Vanuit de wetenschappelijke kennis resulteert dit in een conceptueel kader met vier samenhangende pijlers voor biodiversiteit voor natuurinclusieve melkveehouderij en akkerbouw.
Maximalisatie blijkt doodlopende weg
Veel van onze gewaardeerde biodiversiteit hebben wij te danken aan de landbouw. Neem bijvoorbeeld onze nationale vogel de grutto die in Nederland groot is geworden vanwege het graslandbeheer door boeren. Echter, door het streven naar maximalisatie van productie in het gangbare landbouwsysteem staat de biodiversiteit sterk onder druk, maar wordt ook de landbouw zelf bedreigd. Die maximalisatie gaat uit van een zo hoog mogelijke gewasproductie per hectare en wordt bereikt door schaalvergroting (grotere percelen, weghalen van landschapselementen), het opschalen van mechanisatie, het gebruik van meststoffen en chemische bestrijdingsmiddelen, en een krappere vruchtwisseling. De boer incasseert als Homo economicus een pover deel van de financiële revenuen en natuur, landschap en milieu krijgen een hele andere rekening gepresenteerd. We zijn in de race naar maximalisatie van productie vergeten hoe het is om gebruik te maken van natuur om landbouw te bedrijven, maar ook om landbouw te gebruiken om meer natuurdoelen te halen. Vaak zou de boer wel anders willen, maar door het economische systeem en door de belangen van de grote partijen die aan de boer verdienen, wordt hij gedwongen tot steeds verdere productieverhoging.
Evenwicht tussen biodiversiteit en landbouw: optimalisatie van productie
In het artikel wordt beschreven hoe een hoogproductief landbouwsysteem ontwikkeld kan worden waarin de diensten die de natuur levert effectief gebruikt en geborgd worden en waarin bedrijven veerkrachtiger zijn tegen schokken, zoals bijvoorbeeld droge of natte periodes als gevolg van klimaatverandering. Bedrijven worden daardoor minder afhankelijk van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en andere externe maatregelen om de natuur bij te sturen. Simpel geformuleerd komt het erop neer dat we de bodem weer centraal moeten stellen bij het in balans krijgen van productie en natuur. Het besef dat landbouw leunt op natuurlijke processen, en dat veel plant- en diersoorten afhankelijk zijn van agrarische landschappen, is de sleutel voor natuurinclusieve landbouw. Binnen dit spanningsveld wordt gestreefd naar een optimaal gebruik van agro-biodiversiteit om langetermijnrisico’s te verminderen. Samen met maatschappelijke partijen wordt gezocht naar mogelijkheden om het concept in een aantal regio’s met gangbare landbouw van de grond te krijgen.
Vier pijlers voor biodiversiteit
Het conceptueel kader voor biodiversiteit in de landbouw onderscheidt vier, onderling verbonden, pijlers van biodiversiteit. De biodiversiteit wordt verhoogd wanneer binnen alle vier de pijlers samenhangende maatregelen getroffen worden.
- Functionele biodiversiteit: zowel ondergrondse (bodemleven) als bovengrondse (gewassen, vee) diversiteit draagt bij aan de nutriëntenkringloop en waterbeheer op het bedrijf. De intensiteit van het beheer op een boerderij bepaalt in hoeverre de kringlopen op een bedrijf gesloten zijn.
- Landschappelijke diversiteit: landschapselementen als sloten, heggen, greppels en bomen ondersteunen de functionele (agro)biodiversiteit.
- Soortenbeheer: aanpassen van de bedrijfsvoering aan de ecologische behoeften van specifieke soorten die van boerenland afhankelijk zijn. De boeren die deelnemen aan het Friese initiatief Kening fan'e Greide vormen een goed voorbeeld van aangepaste bedrijfsvoering voor weidevogels.
- Brongebieden en verbindingszones: beheer op gebiedsniveau van hydrologie en landschap.
Wensdenken van een handvol optimisten of kansloos? De huidige financiële problemen op veel landbouwbedrijven en het niet halen van natuurdoelen op zowel nationale als internationale schaal hebben meer met elkaar gemeen dan velen zullen vermoeden.
Tekst: Jan Willem Erisman, Louis Bolk Instituut; Natasja Oerlemans, Wereld Natuur Fonds; Ben Koks, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: Ben Koks (leadfoto: koolzaadbespuiting); Roelf Schripsema; Hans Hut
Figuren: Louis Bolk Instituut
Link naar de publicatie "Agriculture and biodiversity: a better balance benefits both" in het tijdschrift Agriculture and Food, 2016, 1(2): 157-174. doi: 10.3934/agrfood.2016.2.157