Goede winter voor tjiftjaf en kleine zilverreiger
Sovon Vogelonderzoek NederlandDecember was een uiterst zachte wintermaand en sommige vogeltellers hebben waarschijnlijk met hun jas open hun telroute gefietst (of met de auto of lopend geteld). Met een gemiddelde van 9,6 graden was het volgens het KNMI zelfs de zachtste december sinds 1706. Profiteren vogels die slecht tegen de kou kunnen daarvan? De kleine zilverreiger en de tjiftjaf wel, zo blijkt.
Tjiftjaf
Bijna alle tjiftjaffen trekken in het najaar naar Zuid-Europa en Noord-Afrika om daar te overwinteren. Maar er zijn ook exemplaren die de gok wagen en in ons land blijven. Als kleine insecteneter ben je kwetsbaar als het gaat vriezen en sneeuwen. Overleven is dan moeilijk. Deze winter was gunstig voor tjiftjaffen die de gok waagden. Er was bijna geen sneeuwval en de temperaturen waren uitzonderlijk hoog voor de tijd van het jaar. Dat zien we terug in het aantal waargenomen tjiftjaffen tijdens de PTT-telling, die elk jaar in de tweede helft van december plaatsvindt. Per 100 routes werden eind vorig jaar 5,6 tjiftjaffen gezien. Dat is ruim het dubbele van het gemiddelde van de jaren 2010-2014. In de jaren 80 waren het bijvoorbeeld gemiddeld maar 2 tjiftjaffen per 100 routes.
De waargenomen aantallen zijn niet hoog, maar vormen wel een betrouwbare indicatie voor het voorkomen van de soort. Er is namelijk op meer dan 8.000 punten systematisch geteld. De tjiftjaf blijft ’s winters wel een lastig op te merken soort: hij is grijsbruin, roept weinig en scharrelt vooral in lage en dichte begroeiing rond. Hij houdt zich graag op in vochtige omgeving, maar wordt ook in stadstuinen gezien. Een enkele keer betreft het hele grijzige vogels met een opvallend piepend roepje: de Siberische tjiftjaf.
Kleine zilverreiger
Nog zo’n profiteur van het zachte winterweer is de kleine zilverreiger (let op: niet de duidelijk grotere en algemenere grote zilverreiger, die zo’n kenmerkende verschijning in het open land geworden is). Kleine zilverreigers broeden en overwinteren in sterk wisselende aantallen bij ons. Waarschijnlijk trekt een deel weg, maar onder de blijvers vallen veel slachtoffers als het serieus gaat vriezen. Dat vertaalt zich meteen in afnemende broedvogelaantallen in het aansluitende voorjaar. De afgelopen winters waren echter een koud kunstje voor een beetje ‘kleine zil’, zo blijkt ook uit PTT. Gemiddeld werden er 8,5 zilverreigers per 100 routes gezien. Tweeënhalf keer zoveel als het gemiddelde van 2010-2014. Alle kleine zilverreigers werden overigens in Zeeland gezien. De soort is dan ook veel meer dan de grote zilverreiger gebonden aan zoute tot brakke wateren.
Tekst: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto's: Rik Kruit, Saxifraga (leadfoto: tjiftjaf); Oscar en Jolanda Balm, Waarneming.nl