Columba livia f domestica. Stadsduif. Amsterdam, Beatrixpark

Stadsduif telt ook mee

Sovon Vogelonderzoek Nederland
19-FEB-2016 - Duiven in het algemeen, en de stadsduif in het bijzonder, staan niet bij iedereen in het rijtje van favoriete vogels. De bijnaam ‘vliegende ratten’ en het idee dat ze ziektes kunnen overbrengen, dragen niet bij aan hun populariteit. Ook onder vogelaars was de soort veelal niet populair. Tegenwoordig worden ook de stadsduiven echter geteld.

Introductie

In ons land komt een vijftal duivensoorten voor: holenduif, houtduif, Turkse tortel, zomertortel en stadsduif. Behalve de zomertortel zijn het alle standvogels. Stadsduiven, afstammelingen van rotsduiven, leven in nauwe samenhang met mensen, maar zijn daarvan niet afhankelijk (in tegenstelling tot postduiven). Stadsduiven zijn dus een ecologische variant van de rotsduif, die in ons land niet voorkomt. De soort nestelt in verstedelijkte gebieden (vooral oudere stadswijken in de binnenstad), bij grote, vaak industriële gebouwen (onder andere elektriciteitscentrales), intensieve veehouderij en overslagbedrijven van veevoeder. Ze kunnen bijna jaarrond broeden, meerdere legsels grootbrengen en zijn in hun voedselkeuze niet kieskeurig. De populatie wordt gereguleerd door natuurlijke selectie. Lokale bestrijdingsacties vanwege overlast lijken weinig effect te hebben op populatieniveau.

Stadsduif in MUS en de Vogelatlas

In het meetnet voor dorps- en stadsvogels, het Meetnet Urbane Soorten (MUS), wordt de stadsduif uiteraard meegenomen. Dit eenvoudige en laagdrempelige telproject is in 2007 gestart om de aantalsontwikkeling van algemene vogels in het stedelijk gebied beter te kunnen volgen. Ook voor de nieuwe Vogelatlas kreeg de soort aandacht van de waarnemers. Op deze site is de voorlopige verspreiding van de broed- en wintervogels te bekijken. De voorkeur voor stedelijk gebied is daarbij duidelijk.

Afnemende aantallen

MUS laat zien dat de populatie stadsduiven licht teruglooptDe stadsduif is landelijk gezien licht afgenomen in de negen jaar dat MUS loopt. In Hoog-Nederland zijn de aantallen om onduidelijke redenen sterker afgenomen dan in het lage deel van het land. De afname op zich zou (deels) te maken kunnen hebben met toenemende predatie. De slechtvalk neemt immers sterk toe als broedvogel, vestigt zich eveneens graag op grote gebouwen en is ook steeds meer in steden te vinden.

Voor wie nog steeds niet ervan overtuigd is dat deze soort bij de Nederlandse avifauna hoort, is het bekijken van deze Vroege Vogels-reportage over de stadsduiven op de Dam in Amsterdam wellicht zinvol. 

Tekst: Jan Schoppers, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Svensson, Waarneming.nl (stadsduif in Beatrixpark, Amsterdam)