Hoe de bonte kraai van het toneel verdween
Sovon Vogelonderzoek NederlandAan het begin van de 20e eeuw moeten het werkelijk enorme aantallen bonte kraaien zijn geweest die hun noordelijke broedgebieden verlieten om zuidelijk temidden van hun zwarte soortgenoten te overwinteren. Ieder najaar trokken massa’s bonte kraaien vanuit de broedgebieden in Fenno-Scandinavië en Rusland naar West-Europa om daar te overwinteren. Tot aan de westkust van de Britse eilanden en tot diep in Frankrijk. Dit winterse uitzwermen naar westelijk Europa deden bonte kraaien al zeker sinds de middeleeuwen, zo kunnen we concluderen uit miniaturen in oude handschriften.
Ooit meer dan honderdduizend
Vanaf het begin van de twintigste eeuw veranderde er iets. De winteraantallen in Midden-Engeland en Zuid-Frankrijk liepen terug. Langzaam verschoof de winterverspreiding steeds verder naar het noordoosten. Omstreeks 1950 overwinterden er naar schatting minimaal 100.000 bonte kraaien in Nederland. In 1980 waren dat er volgens een voorzichtige inschatting nog 26.000. De verhouding bonte kraai / zwarte kraai was in die tijd in de winter circa 1:10. Van de grijszwarte kraaien waren er ook steeds minder te zien tijdens de PTT-tellingen die sinds 1978 (pdf; 0,8 MB) gedaan werden (figuur 1). Zwermen bonte kraaien, zoals die langs de Zeeuwse kust mosselen op het basalt kapot lieten vallen, verdwenen als sneeuw voor de zon. Na de eeuwwisseling waren alleen nog groepjes in de kleigebieden van Flevoland en Groningen te zien.
Krimp door de mens?
Dat we in Nederland steeds minder bonte kraaien zien heeft niet te maken met een sterke afname in de broedgebieden. Er zijn geen aanwijzingen dat de broedpopulatie krimpt. Wat is dan de oorzaak van deze terugtrekkende beweging? De bonte kraai is van een trekvogel steeds meer een standvogel geworden. Verschillende studies suggereren dat dit komt door de hogere wintertemperaturen in Scandinavië, maar ze spreken elkaar onderling tegen. Een interessante gedachte is dat bonte kraaien het aanbod van afval volgen. Bijna alle open vuilstorten in Nederland zijn in de laatste decennia gesloten, terwijl de afvalproductie in Scandinavië juist snel toenam. Bonte kraaien ontdekten deze voedselbron in het vaak iets warmere stedelijke gebied. Besloten ze daardoor massaal dichtbij huis te blijven ’s winters?
Een fietstochtje voor de wetenschap. Doe mee!
De afname van de bonte kraai als overwinteraar is in Nederland sinds 1978 heel goed in kaart gebracht dankzij Punt Transect Tellingen (PTT). Dit project van Sovon bestaat uit een jaarlijkse telling in de tweede helft van december. Op twintig vaste telpunten langs een route tel je vijf minuten welke vogels je ziet. Bijna 450 routes worden op deze manier jaarlijks geteld en daarmee ontstaat een mooi beeld van de ontwikkeling van wintervogels door de jaren heen. Je kunt ook meedoen met zo’n tochtje voor de wetenschap! Kijk op de projectpagina waar en hoe.
Tekst: Willem van Manen & Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Luc Hoogenstein, Saxifraga