Varroamijt en imidacloprid verminderen samen het vliegvermogen van bijen
Wageningen UniversityHoningbijen vliegen kortere afstanden wanneer ze uit volken komen met veel varroamijten, constateren de onderzoekers. De afstanden die zij afleggen zijn nog geringer wanneer die volken ook blootgesteld zijn aan het chemische bestrijdingsmiddel imidacloprid in een dosis die bijen in het veld kunnen tegenkomen. Het effect van de varroamijt blijkt groter dan dat van imidacloprid, maar het bestrijdingsmiddel verergert het negatieve effect van de parasiet.
Bijensterfte
Het vermogen van het volk om voedsel te halen kan achteruit gaan door imidacloprid samen met de parasitaire mijt Varroa destructor, laat de studie zien. Wanneer dat effect maar lang genoeg aanhoudt, leidt dat mogelijk tot verzwakking en sterfte van het volk.
De rol die de varroamijt speelt bij de wintersterfte van bijenvolken is welbekend onder bijenhouders. Over de rol van neonicotinoïde gewasbeschermingsmiddelen, zoals imidacloprid, is al enige jaren een verhit debat gaande. In eerdere studies over de effecten van deze gewasbeschermingsmiddelen op honingbijen werden vaak individuele bijen blootgesteld aan relatief hoge doses van het bestrijdingsmiddel. In dit onderzoek zijn daarentegen juist hele bijenvolken gedurende een aantal maanden blootgesteld aan zowel de varroamijt als imidacloprid.
Vliegmolen
Voor het experiment gebruikten de onderzoekers foeragerende bijen. Deze werden gevangen op het moment dat ze naar het volk terugkwamen met stuifmeel aan hun achterpoten. Daaruit leidden de onderzoekers af dat deze bijen tenminste één keer succesvol stuifmeel hadden gehaald. Omdat ‘heel zieke’ bijen waarschijnlijk niet eens foerageerbij worden, betekent dit dat de onderzoekers eerder een onderschatting dan een overschatting maken van de effecten van de varroamijt en imidacloprid op individuele bijen in deze volken.
De bijen werden in een vliegmolen getest op hun vliegcapaciteit. Met de vliegmolen is de afgelegde afstand en de snelheid van de bijen gemeten. Om de bijen zo goed mogelijk te kunnen vergelijken, kregen ze vooraf een vaste hoeveelheid brandstof in de vorm van suikerwater.
Tekst: Wageningen UR
Foto's: L. Blanken, Wageningen UR; B. Cornelissen, Wageningen UR; C. van Dooremalen, Wageningen UR