Vliegend hert aan de wandel?
EIS Kenniscentrum InsectenBericht uitgegeven door EIS Kenniscentrum Insecten [land] op [publicatiedatum]
Zoals ieder jaar wordt ook dit jaar weer opgeroepen om waarnemingen van het vliegend hert door te geven. Op die manier proberen we een vinger aan de pols te houden met betrekking tot het voorkomen van deze beschermde soort in Nederland. Er is ruim aandacht voor deze oproep geweest in de media, wat heeft geleid tot een ware stroom aan waarnemingen, nu al meer dan 500, meer dan het dubbele van een gemiddeld jaar. Veel waarnemingen komen natuurlijk van de bekende plekken, maar er zitten ook enkele verrassingen bij, voornamelijk in het Rijk van Nijmegen. Is het vliegend hert zich hier langzaamaan het uitbreiden?
Het vliegend hert is een van de grootste insecten van ons land. Vooral het mannetje is een imposante verschijning met zijn enorme geweivormige kaken en zijn grootte van zo’n zeven à acht centimeter. Het vrouwtje is minder opvallend doordat ze de karakteristieke kaken mist en in de regel wat kleiner is. De soort is opgenomen in de Habitatrichtlijn en is daarmee wettelijk beschermd in Europa. In Nederland is het een kwetsbare soort, door de lange ontwikkelingsduur van zo’n vier jaar en met name door de beperkte verspreidingscapaciteit. De vrouwtjes hebben de neiging om de eieren af te zetten op de plek waar ze zelf zijn opgegroeid en vliegen niet graag en zeker niet ver. Dat maakt het koloniseren van nieuwe geschikte gebieden lastig.
In Nederland zijn vier leefgebieden van het vliegend hert bekend: Zuid-Limburg, Het Rijk van Nijmegen, de Veluwe en Mander in Twente. Daarnaast is de soort recent herontdekt in Midden-Limburg; in de omgeving van de Meinweg. Waar de populaties zich hier bevinden is niet precies bekend, er zijn slechts enkele waarnemingen gedaan sinds het jaar 2000. In de overige leefgebieden zijn ook niet alle populaties precies bekend, maar weten we wel aardig waar de kerngebieden zich bevinden.
In het Rijk van Nijmegen bijvoorbeeld zijn drie populaties bekend, in enkele tuinen in het dorp Heilig Landstichting, op het terrein van Dekkerswald en langs de zuidrand van het Reichswald, bij de Koningsvennen. In de eerste helft van de vorige eeuw heeft er ook een populatie gezeten op de Sint-Jansberg. Maar sinds de jaren 1960 is daar geen populatie meer vastgesteld. Recent zijn maatregelen uitgevoerd en is veel onderzoek gedaan naar het vliegend hert in de naastgelegen populatie van het Reichswald. Slechts enkele sporadische waarnemingen zijn er de laatste jaren gedaan op en rond de Sint-Jansberg, waaronder ook in Plasmolen en Mook. In deze laatste plaats is in verschillende jaren zelfs een vrouwtje waargenomen, wat toch duidt op een populatie. Kortom de soort lijkt zich in deze omgeving iets uit te breiden.
En daar komen enkele nieuwe vindplaatsen bij, waarbij het vermoedelijk vooralsnog om zwervende mannetjes gaat. Zo is er een mannetje waargenomen in Cuijk (E. Lucassen), helaas dood. In de Bruuk (I. Borkent) is ook een mannetje waargenomen, springlevend. En helemaal aan de andere kant, op de stuwwal bij de Duivelsberg is eveneens een mannetje waargenomen (J. Haverkamp). Voor alle drie geldt dat het zwervers kunnen zijn uit naburige populaties, zoals Mook of het Reichswald.
In Heilig Landstichting lijkt er daadwerkelijk een uitbreiding te zijn. Al jaren worden er waarnemingen doorgegeven uit de enkele straten binnen de bebouwde kom, maar nu is er ook tot twee keer toe een vrouwtje waargenomen op het terrein van Museumpark Orientalis (P. Megens & A.-M. Schouten). Hopelijk krijgt het vliegend hert in deze omgeving een stevigere voet aan de grond en idealiter worden beide populaties van Heilig Landstichting en het Dekkerswald nog met elkaar verbonden.
Als laatste is er ook aan de zuidrand van de Veluwe wat beweging, zo lijkt het. Voor het eerst zijn er enkele waarnemingen van een paar jaar geleden uit Radio Kootwijk (G. Besselink) binnengekomen. Hieronder zelfs een waarneming van een vrouwtje, wat wederom duidt op een populatie in de buurt. Deze plek is van enig strategisch belang gezien dit de tweede populatie van het vliegend hert ten zuiden van de snelweg A1 is. Daarmee is het een belangrijke potentiële verbinding van de geïsoleerd liggende populatie bij Harskamp met die goede populatie in Nieuw-Milligen, al of niet via het Kootwijkerveen waar ook steeds vaker waarnemingen van binnen komen.
Al met al lijkt het er op dat het vliegend hert zich beetje bij beetje wat verder aan het uitbreiden is. Dat zou een mooi resultaat zijn van alle geleverde inspanningen en uitgevoerde maatregelen. Maar we wisten dat het met een larvale ontwikkeling van vier jaar een lange adem zou vergen. Nu maar hopen dat dit zich doorzet, dus ook voor de toekomst: Vliegend hert gezien? Geef het alsjeblieft door!
Meer informatie of het doorgeven van waarnemingen kan op www.eis-nederland.nl/vliegendhert, maar waarnemingen kunnen ook doorgegeven worden op Waarneming.nl. Gelieve wel een foto bij de waarneming te uploaden.
Tekst en foto's: John Smit, EIS Kenniscentrum Insecten