Profiteert de emmermug van klimaatverandering?
Stichting BargerveenBericht uitgegeven door Stichting Bargerveen [land] op [publicatiedatum]
In 2011 werd de dansmug Metriocnemus carmencitabertarum gevonden in een emmer in een tuin in het Groningse Appingedam. Het was de eerste vondst voor Nederland. De soort rukt op naar het noorden en geeft langzaam haar geheimen prijs. Deze zijn onlangs gepubliceerd in het internationale wetenschappelijk tijdschrift Lauterbornia.
Emmermug
Ontdekker Jan Kuper van Stichting Bargerveen is de muggensoort op de voet blijven volgen. De soort is nog op vier andere plaatsen in Nederland gevonden: tweemaal in Zuid-Holland, eenmaal in Gelderland en eenmaal in Limburg. Ook op deze plekken werden de larven van de dansmug in emmers en in regentonnen gevonden. Een toepasselijke Nederlandse naam lijkt dan ook de ‘emmermug’ te zijn.
Opmars naar het noorden
In 2010 en 2012 is de soort ook in Engeland en Ierland voor het eerst waargenomen. Hiermee lijkt de dansmug net als veel andere insecten noordwaarts uit te breiden. Deze opmars vanuit haar bekende verspreidingsgebied in het noordwesten van Spanje en Portugal wordt wel gelinkt aan de zachtere winters in West-Europa.
Groeiende larven
Om meer te weten te komen over haar levenswijze is het van belang dat de verschillende larvestadia van de emmermug onderscheiden kunnen worden. Daartoe werden tientallen larven opgekweekt en werden larven verzameld in een natuurlijke Limburgse populatie. Tijdens de ontwikkeling van jonge naar oude larven werd regelmatig de breedte en lengte van de kop gemeten. Daaruit bleek dat er vier larvale stadia zijn, wat de norm is voor dansmuggen. Wel bleek dat de individuen uit Limburg gemiddeld groter waren dan de gekweekte larven. Verschillen in voedselkwaliteit, temperatuur van het water en concurrentie leiden waarschijnlijk tot deze verschillen in lichaamsgrootte.
Mannen en vrouwen
Bij de bijna volgroeide Limburgse larven was sprake van een tweedeling in kopgrootte en ook in de grootte van de poppen, waarbij de mannetjes gemiddeld kleiner bleken te zijn dan de vrouwtjes. Nu het onderscheid tussen de vier larvale stadia en tussen mannetjes en vrouwtjes kan worden gemaakt, kan verder onderzoek worden gedaan naar de invloed van omgevingsfactoren op de levenscyclus van de emmermug. Mogelijk geeft dit inzicht in de gevolgen van klimaatverandering voor deze oprukkende soort, en daarmee eventueel ook voor andere insectenfauna. Waar een toevallige vondst van een nieuwe dansmug in 2011, zomaar in een emmer in een klein stadje in de provincie Groningen, al niet toe kan leiden!
Tekst en foto's: Jan Kuper, Stichting Bargerveen
Kaart: Waarneming.nl