Aantal uitheemse planten in de wereld groter dan gedacht
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Voor het eerst hebben wetenschappers in kaart gebracht hoe planten zich verspreiden en vestigen op continenten waar ze oorspronkelijk niet vandaan komen. Zij concluderen dat de mens verantwoordelijk is geweest voor de vestiging van minstens 13.168 plantensoorten, ongeveer 3,9% van de wereldwijde flora, buiten hun natuurlijke leefgebied. Dat is meer dan tot nu toe werd aangenomen.
Onder leiding van prof. Mark van Kleunen van de University of Konstanz analyseerden biologen van de University of Vienna, de Czech Academy of Sciences, het German Centre for Integrative Biodiversity Research (iDiv) en de University of Göttingen gegevens van 481 gebieden op het vasteland en 362 eilanden, in samenwerking met 33 onderzoeksinstituten wereldwijd. Dr. ir. Jan Wieringa van Naturalis Biodiversity Center leverde de data voor Gabon en lijsten van exoten uit heel West-Afrika. De onderzochte gebieden vertegenwoordigen circa 83% van het landoppervlak van de aarde. De resultaten zijn gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature.
De onderzoekers concluderen dat Noord-Amerika het grootste aantal uitheemse plantensoorten herbergt. Bijna 6.000 soorten zijn op dit continent ‘ingeburgerd’, gevolgd door Europa met meer dan 4.000 soorten. In verhouding tot hun landoppervlak hebben de eilanden in de Stille Oceaan de meeste genaturaliseerde plantensoorten. Dit wijst erop dat eilanden gemakkelijker te koloniseren zijn dan het vasteland. Gebieden op het noordelijk halfrond zijn de grootste ‘donoren’ van genaturaliseerde soorten aan andere delen van de wereld. Europa en niet-tropisch Azië gaan hierin voorop.
Tijdens het vier jaar durende onderzoek verzamelden de biologen regionale lijsten van genaturaliseerde planten uit alle delen van de wereld die ze samenbrachten in de internationale database GloNAF - Global Naturalized Alien Flora. Genaturaliseerde planten groeien en reproduceren in het wild buiten hun oorspronkelijke geografische verspreidingsgebied.
“De grootste uitdaging was om gegevens te krijgen uit de minst onderzochte gebieden in de wereld waar geen of nauwelijks informatie was over de verspreiding van uitheemse planten,” zegt senior auteur prof. Petr Pyšek van de Czech Academy of Sciences. “Tot nu toe leidden we wereldwijde patronen af van nogal gelimiteerde datasets. Veel van wat we weten over planteninvasies was tot op zekere hoogte speculatie. Nu kunnen we voor het eerst die aannames grondig testen. Dat is wat ons onderzoek uniek maakt.”
Dr. ir. Jan Wieringa van Naturalis en Wageningen University & Research Centre (Wageningen UR) coördineert een door hem in 1992 opgezette database met 95% van alle ooit in Gabon verzamelde plantencollecties. Op grond van de Naturalis collectie database kon hij bovendien de exoten die in andere landen van West-Afrika voorkomen inventariseren. Met deze gegevens leverde hij zijn bijdrage aan het onderzoek. “Alleen al de inventarisatie van de planten uit Gabon kostte jaren onderzoek in internationale samenwerking. Tel alle 843 geanalyseerde gebieden bij elkaar op en je begrijpt wat voor schat aan informatie in deze studie bij elkaar is gebracht.”
De vraag die de onderzoekers willen beantwoorden is: waarom hebben sommige plantensoorten meer succes om zich elders te vestigen dan andere? Van Kleunen: “Ons onderzoek is puur beschrijvend, maar met de GIoNAF database die we gebouwd hebben kunnen we nu vragen gaan beantwoorden over de biologische mechanismen die erachter zitten. Vragen als: wat draagt bij aan de verspreiding van uitheemse plantensoorten, welke plantkenmerken beïnvloeden die verspreiding en hoe belangrijk zijn de evolutionaire relaties tussen genaturaliseerde en inheemse planten? Onze gegevens kunnen worden gebruikt om voorspellingen te doen over welke plantensoorten in welke regio’s dominant kunnen worden. Kennis die van groot belang is voor het beheer van invasieve soorten en de bescherming van de natuur.”
Tekst: Naturalis
Foto's: Jan Pergl; Pieter Pelser