Knikkende schroeforchis steeds vaker in natuurgebieden
Stichting BargerveenDe eerste losse meldingen van knikkende schroeforchis (Spiranthes cernua) in Nederland dateren al uit de jaren zestig, maar pas in september 2011 berichtte de Werkgroep Europese Orchideeën in Nature today over de vestiging van deze soort in Nederland. Het betrof de variatie odorata, de welriekende schroeforchis. In 2013 kwamen al twee populaties voor in Nederland: in Oost-Nederland en in Noord-Brabant. Dit waren nog kleine populaties van ongeveer zestig planten.
Aanvankelijk niet invasief
In een bericht uit 2014 stelt de Werkgroep Europese Orchideeën dat de kans op spontane verspreiding van knikkende schroeforchis klein is, maar dat de soort minder kritisch is wat standplaats betreft dan aanvankelijk gedacht. De soort wordt dan nog voornamelijk in of nabij tuinen en woonkernen gevonden. Aangenomen wordt dat deze schroeforchis zich vanuit bestaande zaadbronnen kan uitbreiden in Nederland. De Noord-Amerikaanse orchidee wordt in tuincentra verkocht en gedijt in Nederland goed op vochtige of drassige bodems. De zelfbestuivende planten vermeerderen zich makkelijk via stofzaden, maar ook vegetatief via uitlopers. Deze fraaie orchidee leek zich aanvankelijk niet invasief te gedragen, maar de laatste jaren nemen het aantal en de grootte van de populaties flink toe.
Waarnemingen doorgeven
De soort kan snel in aantal toenemen; in natuurgebied Groote Heide groeide een populatie binnen 5 jaar van 200 naar 3000 individuen. Het lijkt erop dat de soort zich momenteel uitbreidt in verschillende natuurgebieden. Tijdens diverse veldonderzoeken zien we knikkende schroeforchis op steeds meer plaatsen opduiken, vooral in vochtige heidegebieden. Hoewel we nog niet weten wat de effecten van deze soort zijn op het ecosystem, is de waargenomen uitbreiding reden om de soort in de gaten te houden. Een actueel beeld van de verspreiding en omvang van de populaties knikkende schroeforchis draagt bij aan inzicht in de snelheid van uitbreiding, standplaatscondities en eventuele concurrentie met andere soorten. Daarnaast vergroot het de mogelijkheden voor tijdig ingrijpen als dit nodig blijkt.
Herkenning
De knikkende schroeforchis is niet gemakkelijk te herkennen, omdat hij op het eerste gezicht veel lijkt op de inheemse dennenorchis, zomerschroeforchis en herfstschroeforchis, en op andere uitheemse schroeforchissen. Daarnaast variëren zowel uiterlijk als bloeitijd van de uitheemse welriekende schroeforchis (var. odorata) en knikkende schroeforchis (var. cernua). In dit artikel (pdf: 21 MB) staan de belangrijkste kenmerken.
De knikkende schroeforchis valt op door haar middelgrote, krachtige uiterlijk. De planten variëren van tien tot veertig centimeter in lengte. De bloeiwijze is meestal rijk aan bloemen. De bloemen zijn in verschillende rijen losjes gerangschikt, zijn ongeveer zes tot negen millimeter groot en staan horizontaal af of zijn licht naar beneden gebogen (knikkend). Ze zijn crèmekleurig met groengele keel en - in tegenstelling tot variatie odorata - geuren de bloemen niet. De soort overwintert met een klein bladrozet dicht bij de grond. De bloeitijd van knikkende schroeforchis varieert van eind juli tot oktober.
Meer informatie
- U kunt bijdragen aan het goed in beeld krijgen van de verspreiding en uitbreiding door uw waarnemingen van knikkende schroeforchis in te voeren op Waarneming.nl, of te melden bij Stichting Bargerveen of de Werkgroep Europese Orchideeën.
Tekst: Mariëlle van Riel & Hein van Kleef, Stichting Bargerveen
Foto’s: Mariëlle van Riel, Stichting Bargerveen