Gewone en tweekleurige bosspitsmuis niet te onderscheiden
ZoogdierverenigingBericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]
De gewone en de tweekleurige bosspitsmuis zijn middelgrote roodtandige spitsmuizen. Beide zijn zo’n 6 tot 7 centimeter groot, met een staart van 3 tot 4 centimeter. De diertjes wegen 6 tot 13 gram. Qua uiterlijk zijn beide soorten nauwelijks van elkaar te onderscheiden. In Nederland zijn slechts enkele experts die dit wel kunnen.
Dit is de reden, dat op de waarnemingensites www.waarneming.nl en www.telmee.nl, gevraagd wordt vondsten in te voeren als bosspitsmuis spec. Ingevoerde waarnemingen van één van beide soorten kunnen niet worden gevalideerd en worden daarom op onvoldoende bewijs / niet te beoordelen gezet. Vondsten van bosspitsmuis spec. kunnen echter wel worden gevalideerd.
Uiterlijk en determinatie
Het uiterlijke verschil zit ‘m in de vachtkleur. Waar de gewone bosspitsmuis meestal meer driekleurig is (en daarom ook wel driekleurige bosspitsmuis wordt genoemd), is de tweekleurige bosspitsmuis meer tweekleurig. De gewone bosspitsmuis heeft een donkerbruine rug, een lichtgrijze buik en daartussen een lichtbruine band. De buik is meestal grijswit, met weinig geel. Tweekleurige bosspitsmuizen hebben een duidelijk contrasterende donkere rug en een lichte buik. De kleur van de vacht is echter variabel en daardoor niet 100% betrouwbaar om de specifieke soort vast te stellen. De twee soorten bosspitsmuizen zijn in principe wel te onderscheiden aan de vorm van de onderkaak, maar ook dan zijn er te twijfelgevallen. Reden waarom ook braakbalvondsten niet als zeker worden gevalideerd. Zekerheid is alleen mogelijk op basis van DNA, maar dat is weer erg kostbaar.
Leefomgeving
Gewone bosspitsmuizen leven in diverse vochtige en koele biotopen met een goede bodembedekking, waar de dieren zich via ondergrondse of bovengrondse gangetjes verplaatsen. Denk daarbij aan ruige graslanden, rietkragen, bossen en parken met ondergroei, bermen, heide en duinen. Tweekleurige bosspitsmuizen leven in biotopen met een bedekking van kruiden en struiken, waarbij sprake is van een voorkeur voor iets droger terrein. In grote stedelijke gebieden lijken beide soorten afwezig; vrijwel alle spitsmuismeldingen hebben hier betrekking op de huisspitsmuis.
’s Winters leven bosspitsmuizen vooral ondergronds. Waar beide soorten samen voorkomen, zijn ze concurrenten en gedragen ze zich strikt territoriaal.
Verspreiding
Het verspreidingsbeeld van beide bosspitsmuizen in Nederland is grotendeels gebaseerd op braakbalvondsten. De gewone bosspitsmuis komt in het hele land voor (met uitzondering van de Wadden, maar inclusief Terschelling). Vrijwel alle bosspitsmuizen in braakballen in het noorden en westen van het land en de duinstreek betreffen de gewone bosspitsmuis. In het oosten en zuiden van het land komen gewone en tweekleurige bosspitsmuis naast elkaar voor. De gewone bosspitsmuis ontbreekt hier echter vrijwel in veel braakbalpartijen. In Gelderland, Noord-Brabant en Limburg komen veel meldingen van de gewone bosspitsmuis vooral uit de rivierdalen. Op de zandgronden wordt vooral de tweekleurige bosspitsmuis aangetroffen.
Waarnemingen
De bovenste van de twee onderstaande figuren toont het totaal aantal waarnemingen en exemplaren ingevoerd op Waarneming.nl van bosspitsmuis spec., gewone en tweekleurige bosspitsmuis tezamen, met uitzondering van de braakbalwaarnemingen. Het gros van de waarnemingen is gedaan in de periode juni t tot en met oktober (met een vakantiedip in augustus). Dit illustreert de grotere populaties in de tweede helft van het jaar en het feit, dat bosspitsmuizen in de winterperiode (december tot en met maart) een meer ondergronds bestaan kennen.
De onderstaande figuur geeft het aantal waarnemingen en exemplaren van doodvondsten ingevoerd op Waarneming.nl van bosspitsmuis spec., gewone en tweekleurige bosspitsmuis tezamen. Ook dit verloop lijkt een weerspiegeling van de bovengrondse levenswijze in de zomer, maar ook de grotere populatiedichtheid (zowel oude als jonge dieren).
Invoeren van waarnemingen
Heb je een bosspitsmuis gevonden? Denk er dan aan om de waarneming als bosspitsmuis spec. in te voeren, zodat de waarneming wordt gevalideerd. Kies je voor een specifieke soort, dan word je waarneming op ‘onvoldoende bewijs / nog (niet) te beoordelen’ gezet.
Tekst: Hans Hollander, Bureau van de Zoogdiervereniging
Foto: Wesley Overman