2015 topjaar voor porceleinkrabbetjes in Oosterschelde
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]
De herfst is nog maar net begonnen, maar we kunnen nu al voor veel soorten de balans opmaken van de waarnemingen in 2015. Voor het zoute water en met name de Zeeuwse Delta, springen de beide soorten porceleinkrabbetjes er duidelijk uit. In de centrale en westelijke Oosterschelde is het Harig porceleinkrabbetje al jaren een steeds vaker waargenomen soort. Dit jaar heeft het Gewoon porceleinkrabbetje zich daarbij aangesloten. Deze fraaie, maar helaas ook kleine, krabbetjes worden momenteel in dit gebied steeds vaker en in toenemende aantallen aangetroffen.
Op de Noordzee wordt het Gewoon porceleinkrabbetje (Pisidia longicornis) al jaren massaal aangetroffen in bijvoorbeeld opgeruimde visnetten. Maar het Gewoon porceleinkrabbetje werd tot dit jaar relatief veel minder in de Zeeuwse Delta waargenomen. Slechts af en toe werd de soort door sportduikers in de Oosterschelde aangetroffen. Waarnemingen van het Grevelingenmeer en het Veerse meer zijn nog schaarser. De oplettende sportduiker heeft ze echter in de afgelopen zomer in de centrale en westelijke Oosterschelde bij bijna iedere duik en met meerdere exemplaren kunnen zien. Maar daarvoor moet je wel goed opletten. Het is een schuw en klein krabbetje, dat zich het liefst tussen de oesters of in of onder lege oesterschelpen verstopt. Het licht van een duiklamp en de trillingen in het water die door de luchtbellen van uitademende sportduikers worden veroorzaakt zijn vaak al genoeg voor het kleine krabbetje om zich onmiddellijk te verstoppen. Het krabbetje is daarbij ook nog onopvallend klein.
Bij het Gewoon porceleinkrabbetje is de maximale lengte van het rugschild 10 millimeter, niet groter dan de nagel van een menselijke pink. Het Harig porceleinkrabbetje (Porcellana platycheles) wordt maximaal ongeveer 16 millimeter en is dus iets groter. De prominent aanwezige beharing doet deze tweede soort nog groter lijken. Het aantal Harig porceleinkrabbetjes zit in de Zeeuwse Delta al jaren in de lift. De soort is in de centrale en westelijke Oosterschelde nu werkelijk massaal aanwezig. Maar omdat de Harig porceleinkrabbetjes zich ook consequent verstoppen onder stenen en oesterschelpen worden zij relatief minder waargenomen door sportduikers. Het zijn beide voortreffelijke meesters in het verstoppertje spelen onder de zeespiegel. In tegenstelling tot het Gewoon porceleinkrabbetje is het Harig porceleinkrabbetje op de Noordzee nog maar nauwelijks aangetroffen.
De schaaldieren die behorende tot de krabben, kreeften en garnalen bezitten vijf paar poten. De kenmerkende schaarpoten vormen het eerste paar en daarachter zitten meestal vier paar goed ontwikkelde en functionele looppoten. Bij de kleine groep van de Anomura is het vijfde pootpaar nauwelijks ontwikkeld, waardoor ze op het eerste gezicht slechts vier paar poten lijken te bezitten. Het laatste paar is niet meer dan een klein stompje dat tegen de zijkant op het achterste deel van het rugschild is gevouwen. Het lijkt daarbij ook geen functie meer te hebben. Ook de lange antennes van deze krabben zijn afwijkend van die van de echte krabben, waar ze meestal juist erg kort zijn. De beide Nederlandse soorten porceleinkrabbetjes behoren tot deze groep. De schaarpoten van de twee Nederlandse porceleinkrabben zijn opvallend en relatief groot en zoals dat bij meerdere soorten Anomura het geval is ongelijk van vorm.
Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON