Nog steeds dagvlinders
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Veel mensen denken dat er in de tweede helft van oktober geen vlinders meer vliegen, maar dat is een misvatting. Als de weersomstandigheden gunstig zijn kunnen er nog zeker vijftien verschillende soorten dagvlinders worden gezien.
Naast de vier soorten die hier als vlinder overwinteren: dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia en citroenvlinder, zijn ook de trekvlinders atalanta, distelvlinder en oranje luzernevlinder (maar weinig dit jaar) nog aanwezig. Voor een deel trekken deze nog weg naar zuidelijker streken, voor een deel blijven ze hier. Een beetje vorst kan de atalanta wel doorstaan, maar de andere trekvlinders die hier dan nog zijn zullen dat niet overleven.
Naast deze zeven zijn er ook nog vlinders te zien die als rups of pop overwinteren. Deze moeten, voordat de strenge nachtvorsten optreden, in hun overwinteringsstadium zijn, want alleen dan kunnen ze het overleven. Voor de drie soorten koolwitjes: groot en klein koolwitje en klein geaderd witje betekent dit dat ze nu nog eitjes af moeten zetten die nog moeten door ontwikkelen tot pop. Dat betekent dat ze nog zeker een week of drie tot vier nodig hebben. Omdat de temperatuur veel lager is dan in de zomer gaat de ontwikkeling een stuk trager. Een deel zal het waarschijnlijk niet redden, maar dat is helemaal afhankelijk van wat het weer doet.
De andere soorten die nu nog te zien zijn, gaan als (vaak halfvolgroeide) rups de winter in. Deze hebben dus wat minder tijd nodig en voor deze soorten zal het normaal gesproken nog moeten kunnen lukken om succesvol voort te planten. Als het zonnig weer wordt en boven de tien graden dan kunt u tijdens uw wandelingen nog genieten van de laatste kleine vuurvlinders, icarusblauwtjes en bont zandoogjes, die verspreid door het hele land nog kunnen worden gezien in bloemrijke graslanden, wegbermen en bosranden. Bont zandoogjes zijn ook in tuinen aanwezig. De minder algemene soorten argusvlinder, bruin blauwtje en hooibeestje zijn ook nog te zien. Als je de duinen in gaat kun je daarnaast ook de kleine parelmoervlinder tegenkomen. Kortom: de dagvlindertijd is nog lang niet voorbij!
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting