Kijk uit voor Kolibries in je tuin
Bericht uitgegeven door Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
De Kolibrievlinder is een trekvlinder uit het zuiden die ’s zomers prominent aanwezig is in Vlaanderen. Zoals zijn naam doet vermoeden heeft de vlinder veel weg van een kolibrie, en dan vooral op vlak van grootte en vliegwijze. Na twee mindere jaren is de Kolibrievlinder dit jaar weer in grotere getale van de partij. Let dus maar goed op, want wie weet zweeft de zoemende nachtvlinder binnenkort in je vlindertuin voorbij.
Nadat er in 2012 en 2013 een veel lager aantal vlinders waargenomen werd, lijkt in 2014 het tij terug te keren. Tot nu toe werden er dit jaar al 596 exemplaren gespot, bijna evenveel als er in 2013 over het hele jaar werden waargenomen, en het dubbele van het aantal in 2012. Misschien komt er nog een echte piek in de tweede helft van augustus of in september. Aangezien de verspreiding van de mobiele nachtvlinder niet beperkt is tot één bepaald gebied is het mogelijk dat er dan ook in jouw buurt exemplaren te bewonderen zijn.
Een mogelijke verklaring voor de fluctuerende aantallen is klimaatgerelateerd. In een Britse studie werd namelijk aangetoond dat er in Groot Brittannië meer Kolibrievlinders werden waargenomen wanneer de lente en zomer in Frankrijk warmer waren. De hogere temperatuur kan het voor vlinders makkelijker maken om over grote afstanden te migreren. Verder kan de temperatuur er ook voor zorgen dat de vlinders het beter doen in de bronpopulaties in het zuiden en er daarom meer individuen noordwaarts kunnen migreren. Naast die verklaring is het ook mogelijk dat het aantal waarnemingen van de vlinder groter is door de toenemende aandacht voor de soort.
De vlinder heeft zijn naam te danken aan zijn uiterlijk en de manier waarop hij nectar verzamelt. Het dier zweeft hierbij voor de bloem zoals een kolibrie, waarbij de vleugels het op zijn plaats houden en het een 3 centimeter lange roltong gebruikt om tot bij de nectar te geraken. Ook op vlak van grootte doet de vlinder aan zijn naamgenoot denken, waardoor sommige tuineigenaars menen dat ze een echte kolibrie in de tuin hebben. Verder is de soort ook te herkennen aan de oranjegekleurde achtervleugels.
De Kolibrievlinder is een trekvlinder die voornamelijk in Zuid Europa overwintert en in de zomermaanden naar noordelijker oorden vliegt, waarbij met gemak tientallen kilometers per dag afgelegd worden. Af en toe kunnen er zelfs exemplaren op de poolcirkel waargenomen worden. Bij ons verblijft de vlinder tot de eerste zware nachtvorst, hoewel er uitzonderlijk ook al in België overwinterende exemplaren gesignaleerd zijn.
In tegenstelling tot wat de indeling bij de nachtvlinders doet vermoeden vliegt de Kolibrievlinder meestal overdag, voornamelijk bij zonnig weer maar ook bij bewolking en lichte regen. Hierdoor is de vlinder één van de weinige dagactieve soorten onder de pijlstaarten, die een van onze meest spectaculaire nachtvlinderfamilies zijn. Op een gemiddelde dag bezoekt het dier 500 bloemen, wat behoorlijk wat energie kost door zijn zenuwachtige foerageerwijze. De vlinder slaat namelijk 70 tot 80 keer per seconde met zijn vleugels, waardoor honderd keer meer energie verbruikt wordt dan in rusthouding.
Het foerageren gebeurt vooral op plaatsen waar veel nectarplanten staan, zoals in tuinen met bijvoorbeeld Lavendel, Vlinderstruik en Kamperfoelie. Vooral soorten met buisvormige bloemen zijn voordelig voor de Kolibrievlinder, omdat hij aangepast is door zijn lange roltong en zo concurrentie van andere soorten kan vermijden.
De kans dat je deze zomer een Kolibrievlinder in je tuin ziet is zeer reëel. Heb je een exemplaar gespot, geef dat dan door via www.waarnemingen.be. Let wel op voor verwarring met de Glasvleugelpijlstaart, die vooral in de oostelijke helft van Vlaanderen ook vaak in tuinen opduikt. Die is even groot als een Kolibrievlinder, vertoont eenzelfde gedrag, maar heeft deels doorschijnende voorvleugels en geen oranje achtervleugels.
Tekst: Jan Vanstockem
Foto's: Natuurpunt Studie, Gerda Van Hoovels