Oude braakballen tonen welke kleine zoogdieren vroeger leefden
ZoogdierverenigingBericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]
Recent werd in de collectie ruimte van Naturalis een aantal oude braakbalpartijen in oude dozen aangetroffen, waarvan de meeste circa 65 jaar geleden verzameld waren. De partijen waren ordelijk per doos bewaard en gerangschikt, en waren voorzien van (de oorspronkelijk handgeschreven) etiketten met informatie over onder meer vindplaats, datum en verzamelaar.
De analyse van deze partijen kan waardevolle informatie opleveren over de vroegere verspreiding en dichtheden van een aantal kleine zoogdieren, welke gebruikt kan worden voor de nieuwe Nederlandse Atlas voor zoogdieren en andere fauna projecten. Een vergelijking met huidige gegevens wordt een zinvoller wanneer er meer oude partijen beschikbaar zijn omdat de trends dan betrouwbaarder zijn.
Alle partijen werden geanalyseerd. Het openen van een oude doos met braakballen was steeds weer een verrassing. Soms ging het om braakballen van blauwe reigers waarin meestal nauwelijks resten van kleine zoogdieren zijn terug te vinden, maar soms ook om partijen van grote kerkuilen uit regio’s waar nog nauwelijks iets van bekend was.
Indrukwekkend waren de grote hoeveelheden luciferdoosjes en sigarenkistjes, waarop met minuscuul gekrabbel allerlei details over vindplaatsen en omstandigheden zijn opgeschreven. In de luciferdoosjes bevinden zich per bal eindeloze hoeveelheden schedelresten, vaak netjes uitgeplozen, maar nog nooit gedetermineerd, laat staan gedigitaliseerd.
Uiteindelijk werden meer dan 3000 prooidieren in de braakballen op naam gebracht van in totaal 62 verschillende lokaties. De oudste braakbalpartijen waren afkomstig uit juni 1933 tot en met begin 1959. De meeste partijen komen uit de periode 1949, 1950 en 1951.
De braakballen waren afkomstig van tien soorten predators. De meeste partijen waren afkomstig van de kerkuil (24 partijen). De ransuil was een goede tweede (11 partijen). Vervolgens waren 6 partijen van de torenvalk. Braakballen van andere predators waren slechts mondjesmaat vertegenwoordigd. Er werden 23 kleine zoogdieren in de braakballen vastgesteld. De meest bijzondere meldingen hadden betrekking op waterspitsmuis, veldspitsmuis, noordse woelmuis, ondergrondse woelmuis en incidentele vondsten van egel, zwarte rat en eikelmuis. Daarnaast werden nog een klein aantal vogels en een klein aantal insecten aangetroffen.
Meer over het onderzoek staat in de zojuist verschenen Zoogdier nummer 3-2014 of lees het volledige artikel (pdf; 0,3MB).
Recent verspreidingsonderzoek muizen aan de hand van braakbalanalyse
Ook nu nog worden er braakballen van meestal kerkuilen verzameld, geplozen en geanalyseerd. Ruim 12 jaar geleden is het Bureau van de Zoogdiervereniging gestart met het project ‘Onderzoek naar de verspreiding van muizen en spitsmuizen met behulp van braakbalanalyse’. Op deze manier worden gegevens verzameld over de verspreiding van (bijna) alle in Nederland voorkomende soorten muizen en spitsmuizen. In het bijzonder gegevens van de noordse woelmuis en waterspitsmuis, maar ook van schaarse soorten als veldspitsmuis, ondergrondse woelmuis en grote bosmuis.
Dit onderzoek is mogelijk dankzij de hulp van alle braakbalverzamelaars en huidige pluizers, meepluizende werkgroepen / provinciale zoogdierenclubs. Op deze plaats bedanken we hen voor de (in sommige gevallen al jarenlange) inzet en het delen van informatie met de Zoogdiervereniging!
Meedoen?
Doordat het aanbod aan braakballen groter is dan het aantal pluizers, zijn wij zijn op zoek naar vrijwilligers die het leuk vinden om vanuit huis braakballen uit te pluizen of ervaren pluizers die een extra partij willen analyseren. Geen ervaring? Geen probleem, braakballen pluizen is eenvoudig te leren en anders zoeken we een mede-pluizer met meer ervaring in de buurt.
Tekst: Kees Mostert, Zoogdiervereniging
Foto's: Snowyowls; Wesley Overman