Moeten die brandganzen niet weg?
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]
‘Moeten die brandganzen niet weg zijn?’ De afgelopen week kreeg ik deze vraag meerdere keren van vogelaars in het veld. De brandgans komt ’s winters in steeds grotere aantallen in Nederland voor, zo blijkt uit het watervogelrapport dat Sovon deze week publiceert. Daarnaast broedt de soort ook steeds vaker in ons land. Maar nog opvallender: de brandganzen die hier overwinteren, trekken steeds later naar Rusland.
Op dit moment, begin april en tijdens opvallend warm voorjaarsweer, zijn er nog groepen van duizenden brandganzen te vinden. Ze doen zich tegoed aan het snelgroeiende gras. Een deel van deze vogels behoort tot de Nederlandse broedpopulatie; een ander deel zal nog vertrekken naar de broedgebieden in Noord-Rusland. De laatste Ruslandgangers vertrekken tegenwoordig rond 20 mei: veel later dan in de jaren negentig, toen dat nog begin april was. Met de steeds warmere voorjaren verwacht je dit uitstel van vertrek niet. Wat is er aan de hand?
Tussenstops in Oostzeegebied raken vol
Een belangrijke reden dat brandganzen langer bij ons blijven, is dat ze door de toename van de aantallen tegenwoordig minder mogelijkheden hebben om op te vetten in het Oostzeegebied. De pleisterplaatsen daar hebben hun capaciteit bereikt. De ganzen hebben een alternatieve strategie moeten bepalen en hun vertrek uit ons land uitgesteld. Daar komt bij dat ze hun broedareaal steeds verder naar het westen uitbreiden, tot aan de Witte Zee, en fysiek ook in staat zijn de broedgebieden in één ruk vanuit Nederland te bereiken. Tel daar ook bij op dat het aantal broedende brandganzen in ons land spectaculair is toegenomen vanaf de jaren negentig. In de periode 2003 - 2010 zelfs met zo’n 16 procent per jaar.
Uitwisseling
De maandelijkse watervogeltellingen voor Sovon, die de basis vormen voor het watervogelrapport, laten een duidelijk beeld zien van het late vertrek van de ganzen. De aantallen die in maart worden gezien, zijn een stuk hoger dan tien jaar geleden. Of die brandganzen weg moeten, is in meerdere opzichten een interessante vraag. Uit ringonderzoek blijkt dat mannetjes brandganzen die in Zeeland geboren zijn, in latere jaren in het arctische noorden kunnen broeden en weer bij ons komen overwinteren. We exporteren dus brandganzen! Tegenwoordig broeden er ongeveer 14.000 paren in ons land. Dat ze ook wel ‘zomerganzen’ worden genoemd, is natuurlijk dubieus. In Nederland geboren brandganzen blijken zich immers ineens als echte winterganzen te kunnen gedragen.
Klik hier om het rapport 'Watervogels in Nederland in 2011/2012' te downloaden.
Tekst en foto: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland