Goudplevieren willen ook rijke weides
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op [publicatiedatum]
Op een groot aantal plaatsen in Nederland komen ze al binnenvallen: goudplevieren. Van Texel tot Aagtekerke en van de Bovenkerkerpolder tot Zeewolde worden groepen van honderden tot duizenden ‘wilsters’ waargenomen. Ze hebben gebroed op noordelijke fjells en toendra’s in Scandinavië en Rusland en ze blijven hier tot de vorst invalt. Meestal zijn ze bij ons van september tot november, op zoek naar de lekkerste regenwormen.
Het zijn bijna allemaal adulten die nu worden gezien; die zijn te herkennen aan het vele zwart op borst en buik. Dat zwart verdwijnt nu langzaam omdat ze naar het winterkleed aan het ruien zijn. ‘Onze' goudplevieren komen voornamelijk uit Noord-Europa, uit gebieden ten westen van de Oeral. Het aantal dat in het najaar door Nederland trekt ligt in de buurt van een half miljoen, ongeveer de helft van het geschatte aantal goudplevieren in de Scandinavische en Russische broedgebieden.
Volg de vorstgrens
In Nederland is de soort sinds 1937 als broedvogel verdwenen: het gevolg van de enorme teruggang van hoogveengebieden en heideterreinen. Andere typische broedvogels van hoogveengebieden konden de stap zetten naar weidelandschappen, maar dat is de goudplevier niet gelukt. Goudplevieren volgen min of meer de vorstgrens, net als kieviten. Als in november tot en met februari in Nederland, België en Noord-Frankrijk de kou invalt vliegen ze gewoon verder naar het zuiden, naar Frankrijk en Spanje.
Kievitentuut
In grote groepen zoeken goudplevieren naar voedsel, vooral in weilanden. Ze worden vaak samen met kieviten gezien. Misschien dat daar de in Zuid-Holland gebruikte volksnaam ‘kievitentuut’ vandaan komt? Het menu van een goudplevier bestaat vrijwel uitsluitend uit regenwormen, en zo nu en dan een emelt. Goudplevieren gaan ook ’s nachts op wormenjacht. Ze hebben geen goede snavel om mee in de grond te peuren, wel hebben ze fantastische ogen waarmee ze de regenwormen betrappen die zich juist ’s nachts veilig wanen. Goudplevieren zijn dan ook gebaat bij rijke weides met veel bodemleven.
Tekst: Nadja Jansma, Vogelbescherming Nederland
Foto: Gerrit Gerritsen