Derde generatie landkaartje is er vroeg bij
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Vroeger had het landkaartje twee generaties per jaar, de eerste vliegt in april en mei, de tweede van juli tot half augustus. Door de opwarming zien we de laatste tien jaar een derde generatie in september, maar nu al vanaf half augustus.
Het hele jaar zijn de vlinders er al een week of wat eerder bij dan normaal en ook de derde generatie van het landkaartje is nu al volop aanwezig, terwijl deze de laatste jaren pas in september te zien was. Op de diverse invoerportalen zijn al honderden landkaartjes gemeld. Ondanks het koele en natte weer van de laatste weken vliegt de soort toch goed. Dat komt vooral omdat tijdens het rups- en popstadium het nog wel warm was en dan gaat de ontwikkeling sneller.
Landkaartjes komen overal in Nederland voor, maar alleen in de buurt van bomen en struiken. Ze zijn te vinden in open bospaden en bosranden, maar ook in parken en tuinen. De waardplant, waarvan de rupsen afhankelijk zijn, is grote brandnetel. De rupsen leven in groepen van wel 50 bij elkaar. Ze verpoppen in de brandnetel en na een paar weken komen ze als vlinder tevoorschijn. Landkaartjes worden nogal eens verward met de kleine ijsvogelvlinder, een veel zeldzamere soort.
De kleine ijsvogelvlinder is ook een bosvlinder, maar gebonden aan vochtige en natte loofbossen waar de waardplant voor de rups, kamperfoelie, staat. Niet alle kamperfoelie is geschikt, maar alleen planten die vochtig en half in de schaduw staan. De kleine ijsvogelvlinder vliegt van half juni tot eind juli op een beperkt aantal vliegplaatsen in het zuiden en oosten van ons land. Ook de kleine ijsvogelvlinder heeft in sommige jaren een extra generatie die in begin september te zien is, maar of dat ook dit jaar het geval is valt te betwijfelen. Tot nu toe bleken alle meldingen met foto van de kleine ijsvogelvlinder van de afgelopen week betrekking te hebben op landkaartjes. De soorten lijken ook wel op elkaar en je moet zorgvuldig kijken om de verschillen te zien. Het landkaartje is wat kleiner (maar dat zie je pas echt goed als je de twee naast elkaar hebt), heeft een wat smallere en onregelmatiger witte band en heeft altijd oranje vlekjes en streepjes op de bovenzijde. Als u toch de kleine ijsvogel denkt te zien dan is het maken van een foto aan te bevelen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting