Libellenjaar 2013
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Terugkijkend op 2013 zijn er een aantal opmerkelijke waarnemingen gedaan. Hier, tegen de jaarwisseling, nog even kort aandacht voor onder andere de Kempense heidelibel en het goede jaar voor libellen, met name de zwerflustige.
Kempense heidelibel in Weeribben
Duitse libellenonderzoekers hebben in de Weerribben een populatie Kempense heidelibellen ontdekt, zo meldde Staatsbosbeheer in een natuurbericht. De soort is niet alleen in Nederland zeer schaars, ook in de landen om ons heen is het een zeldzame verschijning. De Kempense heidelibel staat op de Europese Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Hij is mede zo zeldzaam door de hoge eisen aan zijn leefomgeving. De libel plant zich namelijk het liefst voort in 's winters droogvallende wateren. In het voorjaar en zomer zijn hier veel ondiepe plasjes. Die ontstaan doordat riettelers de rietvelden bevloeien en door het hogere zomerpeil dat het waterschap hanteert. In het najaar verlaagt het waterschap het waterpeil en stoppen de riettelers met pompen. De plasjes vallen dan droog. Wanneer in het voorjaar het waterpeil stijgt, komen de eitjes van de Kempense heidelibel uit en hebben de larven bijna het rijk voor zich alleen. Sinds het waterschap Reest en Wieden de waterinlaat in het gebied heeft aangepast, is de waterkwaliteit sterk verbeterd.
Goed jaar zwerflustige libellen
Er zijn in 2013 flink wat libellen gezien die hier normaal niet of weinig voorkomen. Het mooie weer in de zomer had daar vast en zeker mee te maken. Warmteminnende en zwerflustige soorten kwamen vanuit Zuid en Oost-Europa in Nederland terecht en hadden het hier prima naar hun zin. Dit geldt bijvoorbeeld voor de altijd wel gewone paardenbijter. Grote groepen jagende paardenbijters van soms meer dan honderd dieren werden verspreid door het land gemeld. Ook zeldzamere soorten werden relatief veel gevonden deze zomer. Zo is de zuidelijke heidelibel verspreid door het land van zeker twintig locaties gemeld.
Meeste libellen doen het goed
Over het algemeen zien we bij libellen trouwens dat ze het de laatste jaren redelijk tot goed doen. Van 1999 tot 2011 zijn er meer soorten vooruit gegaan dan achteruit en de totale trend van de libellen in Nederland is matig positief. Libellen hebben de afgelopen jaren sterk geprofiteerd van klimaatverandering en de verbetering van de waterkwaliteit. Na een achteruitgang in de tweede helft van de twintigste eeuw hebben veel soorten zich hersteld. Er zijn nog wel zorgenkindjes, zoals de speerwaterjuffer die nog maar op enkele plekken voorkomt en daar nog steeds achteruit gaat. Niet alleen de libellen doen het goed, maar ook de libellentellers, zo meldde EIS-Nederland. In 2013 zijn meer dan 80.000 waarnemingen van libellen door natuurvrijwilligers verzameld. Nederland is daarmee het best op libellen onderzochte land ter wereld en laat zelfs landen als Duitsland en Groot-Brittannië achter zich.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kim Huskens; Kars Veling; Jaap Bouwman