Wilde zwijnen: alles opruimende alleseters
ARK Rewilding NederlandBericht uitgegeven door ARK [land] op [publicatiedatum]
Wilde zwijnen zijn als alleseters goede opruimers. Naast plantaardig materiaal als eikels, beukennootjes, kastanjes en grassen, voeden zwijnen zich ook graag met bijvoorbeeld insecten en dode dieren. Dat zwijnen zich ook voeden met dood dierlijk materiaal wordt regelmatig vastgelegd door onder andere de cameravallen van Dood Doet Leven.
Om aaseters weer een plek te geven in de natuur, doet Dood Doet Leven onder andere onderzoek naar aasetende dieren. Op de beelden die gedurende dit onderzoek worden verzameld, is regelmatig te zien hoe wilde zwijnen zich te goed doen aan verschillende soorten kadavers.
Zo is op recente beelden uit Nationaal Park De Meinweg te zien hoe zwijnen zich bezig houden met het kadaver van een ree. Deze beelden laten zien dat volwassen dieren beter lijken te zijn uitgerust om een kadaver open te maken en te beginnen met eten dan jonge dieren. Dit laat ook zien dat grote(re) aaseters een positief effect kunnen hebben op een kadaver. Als kleine dieren een kadaver niet openkrijgen, kunnen zwijnen dat wel.
Kannibalisme is wilde zwijnen niet vreemd. Beelden uit de Wijffelterbroek laten zien dat wilde zwijnen niet alleen profiteren van kadavers van reeën, maar dat zij ook profiteren van dode soortgenoten. Keilers (mannelijke zwijnen) blijken daarnaast kannibalistische neigingen te hebben ten aanzien van jonge biggen. Ook bevestigt dit eetgedrag dat wilde zwijnen échte alleseters zijn.
Met name gedurende de maanden januari en februari, wanneer het aanbod van plantaardig voedsel het schaarst is, spelen dode dieren een rol in het voedingspatroon van wilde zwijnen. Zoals hierboven al is aangegeven voeden wilde zwijnen zich ook graag met eikels, beukennootjes en kastanjes. Dit jaar is het een goed mastjaar. Hierdoor is het aanbod van plantaardige voedsel langer beschikbaar.
Aangezien mastjaren maar gemiddeld één keer per negen jaar voorkomen, blijft aas een belangrijke voedselbron voor wilde zwijnen gedurende de winter. De dieren hebben namelijk naast voedingsstoffen uit plantaardig materiaal ook voedingsstoffen uit dierlijk materiaal nodig. Om in deze behoeften te voorzien, bieden kadavers van wilde dieren een mooie voedselbron.
Meer informatie én meer filmpjes op de website van Dood Doet Leven.
Tekst: Bart Beekers, ARK Natuurontwikkeling en Elke Wenting, stagiair bij Dood Doet Leven
Foto: Edwin Kats