biobrandstof

Bedreigde bossen in onze benzinetank?

20-SEP-2013 - Een misdaad tegen de mensheid volgens een VN-rapporteur, dé oplossing voor onze olieverslaving volgens heel wat bedrijven: het debat over biobrandstoffen laait weer op. Een grote alliantie van 112 milieu- en noordzuidorganisaties, waaronder Natuurpunt, pleit op Europees niveau voor een drastische bijstelling van het biobrandstoffenbeleid.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Beleid [land] op [publicatiedatum]

Een misdaad tegen de mensheid volgens een VN-rapporteur, dé oplossing voor onze olieverslaving volgens heel wat bedrijven: de meningen over biobrandstoffen zijn op z'n zachtst gezegd verdeeld. Als er op Europees niveau niet snel een drastische bijstelling van het beleid komt, dan zullen bedreigde bossen in onze benzinetank blijven terechtkomen. Op een conferentiedag over de toekomst van biobrandstoffen noemde Kathleen Van Brempt de recente stemming over biobrandstoffen in het Europees Parlement chaotisch en teleurstellend. Maar hoe moet het dan wel verder met de biobrandstoffen? 

Je wist het misschien niet, maar de kans is groot dat je op biobrandstoffen rijdt uit soja, koolzaad, palmolie, houtsnippers, diervet, restafval, algen ... Europa verplicht namelijk om die biobrandstoffen onder diesel en benzine te mengen omdat ze beter zouden zijn voor het klimaat. Maar is dat wel zo? Voor een deel van de biobrandstoffen is er soja of palmolie nodig. Dat betekent dat er ook meer grote soja- en palmolieplantages nodig zijn en daardoor verdwijnen in het Zuiden tropische regenwouden. Zo komen bedreigde bomen dus in onze benzinetank terecht.

Biobrandstoffen van de eerste generatie (foto: Creative Commons)

Ooit zag Europa biobrandstoffen als hét antwoord op onze olieverslaving, de stijgende olieprijzen en het groeiend klimaatbewustzijn. Biobrandstoffen zouden de (zuiderse) landbouw bovendien nieuwe kansen bieden. De huidige Europese doelstelling is dat tegen 2020 10% van de brandstoffen uit hernieuwbare energie bestaat. Dat zullen vooral biobrandstoffen zijn. Maar recente internationale studies lieten de keerzijde zien: biobrandstoffen hebben een nefaste invloed op de biodiversiteit, zijn niet klimaatneutraal, zullen de voedselprijzen doen stijgen en meer zuiderse boeren van hun landbouwgrond verdrijven. Bovendien zijn de overheidssubsidies voor de sector erg hoog, terwijl de Europese energie- en klimaatdoelstellingen niet worden bereikt. Wat eerst fantastisch leek, blijkt nu zijn doel voorbij te schieten, al zijn publiek én politiek daar amper van op de hoogte.

De biodiversiteitsimpact van de eerste generatie biobrandstoffen is enorm, maar de schade is vaak ver weg (foto: Creative Commons)

In Indonesië en Brazilië moeten tropische regenwouden wijken voor soja-, palmolie- of suikerrietplantages. De beperkte watervoorraad blijft slinken door de irrigatie van energiegewassen en geraakt vervuild door pesticiden en chemicaliën. Bomen verdwijnen, waardoor de bodem losser wordt en wegspoelt bij hevige regen. De zoektocht naar de meest geschikte energiegewassen doet producenten bovendien vaak kiezen voor (genetisch gemanipuleerde) uitheemse planten die een negatieve impact kunnen hebben op de natuur en economie. Ook worden braakliggende gronden vaker beplant, waardoor de bodem verder uitput.

Die negatieve impact wordt ook nog eens indirect versterkt. Wanneer energiegewassen de plaats innemen van landbouwgewassen is er nieuwe landbouwgrond nodig. De vraag naar grond stijgt dus, ook in natuurgebied. Europa moest bijvoorbeeld meer palmolie voor veevoeder importeren, omdat het daarvoor voorziene koolzaad naar biobrandstoffen ging. Daardoor steeg de palmolieproductie in zuiderse landen, met meer ontbossing als gevolg. Bossen, venen en graslanden zijn belangrijk voor CO2-opslag. Als die verdwijnen, stijgt ook het CO2-gehalte in de lucht. Zo verdwijnt het klimaatvoordeel van bepaalde biobrandstoffen of zorgen die zelfs voor een hogere uitstoot dan fossiele brandstoffen.

Hoe moet het dan verder met biobrandstoffen? En wat verwachten we van de Europese beleidsmakers? Dat waren de hamvragen op een conferentie die Natuurpunt en MO* organiseerden rond het thema. Op die conferentie kwam ook professor en biomassapionier Wim Soetaert van de Universiteit van Gent aan het woord. Soetaert betreurt de hele hetze rond biobrandstoffen. Biomassa is en blijft volgens hem een duurzaam alternatief voor petroleum. Bovendien zal het aandeel biobrandstoffen in de toekomst alleen maar stijgen. "De biogebaseerde industrie is vandaag in transitie van de eerste generatie (koolzaad, palmolie, soja, maïs, …) naar de tweede generatie (niet-voedselplanten en afval) en derde generatie processen (algen)", zegt hij.

"Biobrandstoffen zitten in een transitiefase", zegt Wim Soetaert (foto: Benno Geertsma)

Van Europa verwachten we dat het duidelijke criteria oplegt omtrent de duurzaamheid, maar de recente stemming in het Europees Parlement was onduidelijk. Tijdens haar speech moest ook Europarlementslid Kathleen Van Brempt toegeven dat de stemming in het Parlement chaotisch was verlopen en minder had teweeg gebracht dan verhoopt. "Nochtans zijn er redenen genoeg om het voorzorgsprincipe te hanteren", zei ze.

Het is nog afwachten wat de tweede lezing in het Europees Parlement zal opleveren, en of de volledige beslissingsprocedure via de Europese Raad en de Commissie nog voor de Europese verkiezingen gerealiseerd kan worden.

Tekst & foto's: Benno Geertsma, Natuurpunt Beleid