Zeer zware algenbloei verpest duikplezier in de Oosterschelde
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]
Het voorjaar is voor sportduikers het seizoen bij uitstek om te genieten van de mariene onderwaternatuur in onder andere de Zeeuwse Delta en de Noordzee. Maar in sommige jaren kan dit plezier ernstig verstoord worden door een zware algenbloei door de flagellaat Phaeocystis pouchetti, ook wel Schuimalg genoemd. De afgelopen jaren hebben we er nauwelijks last van gehad. Maar dit jaar heeft er zich een extreem zware algenbloei ontwikkeld. Het is, na de langdurige winter, de tweede oorzaak van een ernstige lokale verstoring van het sportduikplezier in de Oosterschelde. Deze ziet er nu uit als een geconcentreerde groentesoep met een doorzicht van minder dan een halve meter.
Wat we in de volksmond ook wel algenbloei noemen, is in het voorjaar in de Nederlandse en Noordwest-Europese kustwateren een opmerkelijk natuurfenomeen dat slechts om de zoveel jaren toeslaat. Afhankelijk van de aanwezige concentraties van de voedingsstoffen fosfaten en nitraten, de zeewatertemperatuur en de hoeveelheid lichtinval kan de concentratie aan cellen van de Schuimalg Phaeocystis pouchetti spectaculair exploderen. Niet ieder jaar zijn die omstandigheden voor deze alg gunstig genoeg om zich explosief te kunnen ontwikkelen. De afgelopen jaren is de algenbloei alleszins meegevallen. Maar net als in onder andere 2007 en 2008 is het Oosterscheldewater nu tijdelijk veranderd in een bijna ondoorzichtige groentesoep.
Gedurende de zomer-, herfst- en wintermaanden is deze alg in het zeewater niet detecteerbaar. Maar in het voorjaar kan zijn concentratie oplopen tot meer dan 15.000 cellen per milliliter zeewater. Deze cellen zitten nu met duizenden tegelijk in olieachtige bolletjes die enkele millimeters groot kunnen worden. Het zijn met name de hoge concentratie aan deze groenbruine bolletjes die het water zo sterk vertroebelen. De bolletjes worden omgeven door een gelachtige membraan dat uit polysachariden (suikers) bestaat die door natrium en magnesium aan elkaar worden gekoppeld. Dit membraan lijkt de alg te beschermen tegen predatie door onder andere dierlijk plankton.
Ruim twee weken geleden is deze uitzonderlijk zware algenbloei begonnen en het kan nog wel twee tot vier weken zo doorgaan. Als uiteindelijk door de bloei de voedingsstoffen voor deze algjes grotendeels zijn geconsumeerd en uit het zeewater zijn verdwenen zakken de bolletjes naar de bodem en sterven ze daar af. Hierbij komen heel veel eiwitten in het zeewater terecht die vervolgens door wind en golfslag tot extreme schuimvorming kunnen leiden. Op de kustwateren en stranden komen dan dikke schuimlagen te liggen. Op afstand lijkt dat soms op enorme ijsschotsen en sneeuwruggen. Aan deze opmerkelijke schuimvorming heeft deze alg zijn Nederlandse naam “Schuimalg” te danken. Dat afsterfproces kan ook desastreuze gevolgen krijgen voor diverse bodembewonende zeedieren. Na de zware algenbloei van 2001 zijn er miljoenen kilo’s mosselen in de Oosterschelde doodgegaan, verstikt door de afstervende algen.
In de wereldzeeën komen meerdere soorten Phaeocystis algen voor. Onze Schuimalg is een typische Noord-Atlantische soort die echter ook al is aangetroffen op de westkust van Alaska en bij Brazilië, Nieuw-Zeeland en Australië. Wereldwijd zorgen deze algen voor ongeveer tien procent van de primaire mariene productie. Dat wil zeggen, de biomassa die in het zoute water door fotosynthese wordt gevormd en een belangrijke basis vormt voor de diverse voedselketens. We hebben het daarbij over circa 4 miljard ton = 4.000.000.000.000 kilogram koolstof dat door deze kleine algjes in de oceanen en wereldzeeën wordt vastgelegd in biomoleculen.
Leuk en waardevol voor de natuur, maar een ramp voor de sportduikers die nu van hun sport willen genieten. De vele deelnemers aan het Open Nederlands Kampioenschap onderwaterfotografie dat vandaag en volgende week zondag in Zeeland wordt gehouden, zullen er ongetwijfeld heel veel last van hebben. Gelukkig voor hen is de algenbloei beperkt tot de Ooster- en Westerschelde en de Noordzee. In het Grevelingenmeer en het Veerse meer komt deze extreme bloei niet voor. Veel onderwaterfotografen zullen daar vandaag dus naar uitwijken.
Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting ANEMOON