Kauwen krijgen familiebezoek uit Scandinavië
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
In het najaar troepen Kauwen dagelijks samen op grote slaapplaatsen. Dat blijven ze daarna doen tot de broedtijd zich weer aanmeldt. Zo’n slaapplaats biedt een waar spektakel en je zal wel geweten hebben wanneer er eentje in je buurt is: Kauwen zijn zeer sociale vogels en luidruchtige pratertjes. En al stoort een omwoner zich nu en dan wel aan hun kabaal: ter compensatie staat er dagelijks een gratis vliegshow op het programma. Eens je het fijne verhaal achter onze kleinste en meest sympathieke kraai kent, ben je er weg van. Maar waar komen al die Kauwen plots vandaan en vooral: waarom hokken ze zo samen?
De Kauw is een algemene broedvogel. In dat verband waarschuwden we eerder dit jaar al dat de soort in de zomer dan wel minder opvalt, net dan kunnen ze voor onaangename verrassingen zorgen. Maar echt agressief zijn ze op zich niet, al pesten ze wel eens graag kleinere vogelsoorten door hen speels en langdurig te achtervolgen. Maar daar blijft het bij.
De hier broedende Kauwen zijn standvogels maar vanaf het najaar krijgen ze familie uit Scandinavië op visite: Noordse Kauwen. Gewoon een andere ondersoort. Ze zijn doorgaans iets grijzer op de buik en hebben vaak een lichtgrijs vlekje onderaan in de zijnek. Een deel van die populatie is namelijk trekvogel: instinctief gaan ze op de vlucht voor de noordelijke winter, die verhindert dat ze daar nog voldoende eten kunnen vinden. Ze zakken dus gewoon af naar ons milder klimaat.
Overdag foerageren die Kauwen verspreid in groepjes in of rond de stad, of op het platteland. Want voedsel vinden ze in feite overal. Maar ’s avonds maken ze er een echt gezellige wintermeeting van. Ze troepen samen om zich te behoeden voor nachtelijke gevaren zoals uilen, katten, marters en andere gevaren. Genietend van de zekerheid dus, dat één van de vele duizenden ogen die sluipende steenmarter of de ochtendlijke Sperwer wel heeft opgemerkt. Eén alarmkreet en de hele bende gaat de lucht in. De Sperwer slaagt er niet meer in om zich in die fladderende massa op één vogel te concentreren. Zijn aanval flopt. Tegen zo’n bende is slechts weinig opgewassen. We kennen dat gevoel: samen zijn we sterker. De basis voor het succes van heel wat diersoorten.
Maar: zo’n bende Kauwen is erg sociaal en daarbij hoort communicatie, intensieve communicatie. Kauwen hebben een breed gamma aan contactroepjes en er zijn al boeken volgeschreven over de vocabulaire van deze zwarte kwebbelaar. Vooral tijdens het verzamelen en voorverzamelen gaat het er bijzonder gezellig aan toe in de groep. De schemering loopt dan over van ge'kauw'. Hoe storend het kabaal door sommigen ook wordt ervaren: voor ieder persoon die zich eraan stoort zijn er wel enkelen die het als een fantastische belevenis ervaren. Wanneer je het bijzonder sociale leven van deze blue-eye kent, kan je ook haast niet anders dan sympathie hebben.
Er zit zelfs een extra amusant kantje aan zo’n slaapplaats: in de aanloop naar de avond verzamelen Kauwen eerst op voorverzamelplaatsen. Vaak op het dak van een flatgebouw, op kerken, een hoge bouwkraan. Kortom, een plaats die tot op kilometers afstand te zien is. Daarna gaat het verder naar de echte slaapplaats maar vaak is het dan al donker. Meestal slapen ze in een bosje met liefst voldoende jonge bomen. Op een soepele, buigzame tak slapen is namelijk veiliger dan op een dikke, stabiele tak. Tijdens dat verzamelen voeren ze langdurig speelse kantel-, draai- en buitelvluchten uit. Soms met vele honderden samen. Die vluchten zijn bijzonder indrukwekkend en kauwen maken dan – net als Spreeuwen – gebruik van een soort zesde zintuig: luchtverplaatsing. De buitenste vogels bepalen de vliegrichting, de anderen reageren op de ontstane luchtverplaatsing. Omwonenden staan in het duister vaak langdurig met verwondering te kijken naar dat schouwspel. Het moet je doen beseffen dat ‘veel dieren samen’ niet noodzakelijk negatief is, maar vergeleken kan worden met onze menselijke maatschappij: met z’n allen samen maak je meer plezier.
Het toont alvast dat hinder slechts een relatief gegeven is; vooral lastig voor wie er zich blind op staart. Wie het kauwengeluid niet te pruimen vindt, aanschouwt de vliegshow beter met dichtgeknepen oren en met opengesperde ogen. De verbazing kan de eerste stap naar tolerantie zijn. Voor zo’n gratis vliegshow mag men al eens een oortje dicht knijpen.
Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Foto: Leo Janssen